Chinese muntjak
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Chinese muntjak IUCN-status: Veilig |
|||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
|
|||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Muntiacus reevesi Ogilby, 1839 |
De Chinese muntjak (Muntiacus reevesi) is een kleine hertachtige behorende tot de muntjaks. De Chinese muntjak komt oorspronkelijk uit China, maar zijn ingevoerd in verscheidene plaatsen in Europa, waar het nu de kleinste hertensoort is: voornamelijk in Groot-Brittannië en Frankrijk, maar ook op de Veluwe en in Brabant komen ze mogelijk voor. De soortnaam reevesi dankt het dier aan J.R. Reeves, die het typespecimen ving.
Inhoud |
[bewerk] Kenmerken
Het is een klein dier met een schouderhoogte van circa 45 tot 52 centimeter en een kop-romplengte van 90 tot 100 centimeter. Het mannetje is wat steviger gebouwd dan het vrouwtje, en weegt gemiddeld zo'n vijftien kilogram. Vrouwtjes hebben een gemiddeld lichaamsgewicht van ongeveer twaalf kilogram.
De vacht is donkerkleurig roodbruin tot kastanjebruin van kleur met wit aan de kin, keel en romp en een wittige tot gelige buik. De staart is rossig. Vrouwtjes zijn wat lichter van kleur dan de mannetjes. In verhouding met andere hertachtigen hebben ze een vrij lange staart, ongeveer vijftien centimeter lang. Het mannetje heeft een eenvoudig gewei, bestaande uit een enkele stang van zes tot acht centimeter, dat naar achteren gericht is. De bovenste hoektanden van het mannetje steken als twee kleine slagtanden naar buiten. Het vrouwtje heeft geen gewei, op de plaats van het gewei heeft zij een bosje haar.
[bewerk] Voedsel en leefwijze
Muntjaks leven van de bladeren van struiken en klimplanten, en vruchten en noten als bessen, eikels en kastanjes. Ook eten ze boomschors. Gras en kruiden vormen enkel in de lente en de vroege zomer een belangrijk onderdeel van het dieet. De dieren zijn zowel overdag als 's nachts actief, maar laten zich voornamelijk in de schemering zien.
Chinese muntjaks leven over het algemeen solitair. Jonge volwassen vrouwtjes blijven meestal nog een tijdje bij hun moeder en vormen zo familiegroepjes, jonge volwassen bokken trekken meestal naar nieuwe gebieden. De woongebieden van vrouwtjes overlappen meestal met elkaar. Het grotere territorium van het mannetje overlapt over het algemeen ook met het woongebied van vrouwtjes, maar niet met het territorium van andere mannetjes.
Chinese muntjaks maken een blaffend geluid. Vooral in de bronsttijd laten ze dit blaffen regematig horen. Bij gevaar maken ze een klikkend geluid en steken ze de staart op. De belangrijkste vijand is de vos, die soms een kalfje grijpt.
Na een draagtijd van 210 dagen wordt een kalf geboren. Soms heeft het vrouwtje twee worpen in één jaar. Het kalf heeft bij de geboorte een geelgevlekte vacht, wat dient als camouflage. Deze verdwijnt na acht tot twaalf weken. De eerste paar weken houdt het jong zich verborgen in de vegetatie. De zoogtijd duurt meestal zo'n twaalf weken, alhoewel hij daarna soms nog wordt gezoogd. Vrouwtjes zijn na tien maanden geslachtsrijp, mannetjes later. De oudst bekende leeftijd is negentien jaar in gevangenschap.
[bewerk] Verspreiding
De Chinese muntjak komt oorspronkelijk voor in Zuid-China en Taiwan. De soort is op enkele plaatsen in Europa ingevoerd en leven hier in parken. In Engeland en Frankrijk zijn er dieren ontsnapt, die daar nu in dichte gemengde en loofbossen met veel en gevarieerde lage begroeiing leven. Vooral in Engeland is het dier vrij algemeen en zijn verspreidingsgebied strekt zich meer en meer uit.
[bewerk] Waarnemingen in Nederland
Ook in Nederland leven muntjaks. Het is overheidsbeleid om ze uit te roeien. De argumentatie hiervoor berust op het idee dat muntjaks exoten zouden zijn. Daarnaast wordt beweerd dat muntjaks concurreren met andere hertensoorten (met name ree).
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Muntiacus reevesi op Wikimedia Commons.
|