Blues Breakers with Eric Clapton
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Blues Breakers With Eric Clapton (DERAM LK4804) 22 juli 1966
Dit album, ook wel het Beano album genoemd, naar het stripblad waarin Eric Clapton verdiept is, is de doorbraak van een van de invloedrijkste bluesbands uit de Britse muziekgeschiedenis, John Mayall's Bluesbreakers
- John Mayall, zang/piano/orgel/harmonica
- Eric Clapton, zang/gitaar
- John McVie, basgitaar
- Hughie Flint, drums
John Mayall's commentaar op de nummers van dit album (uit het Engels vertaald)
1. All Your Love (Rush/Dixon)
"Eric en ik waren gek op deze song van Otis Rush. Nadat Eric de Yardbirds verliet, verhuisde hij naar mijn huis in Lee Green, waar we veel en onnoemelijk lang samen speelden. Dit kwam op ons repertoire, omdat Eric er dol op was - het is absoluut een "guitar player's record".
2. Hideaway (King/Thompson)
"Eric en ik waren helemaal stuk van Freddie King's zangwerk en gitaarspel en deze instrumental was een droom voor gitaarliefhebbers. Eric adopteerde dit nummer en dat hielp mee om het befaamd te maken."
3. Little Girl (Mayall)
"Ik schreef dit over een meisje waar ik mee samenwoonde, de gebruikelijke situatie van een relatie waarin het niet zo goed gaat, en waar je dan een liedje over schrijft. De tekst verklaart zichzelf. In Key To Love beschrijf ik dezelfde persoon, Christine. Ze duikt in diverse andere songs op; we waren een behoorlijk lange tijd samen."
4. Another Man (Arr. Mayall)
"Dit is afkomstig van opnames van liederen die gezongen werden door gevangenen die buiten zware arbeid moesten verrichten. Ik heb het omgezet naar een mondharmonica solo, die op zijn beurt weer beïnvloed is door Sony Boy Williamson (Rice Miller) met zijn 12-tonige harmonica-stijl."
5. Double Crossing Time (Mayall/Clapton)
"We maakten dit liedje voordat het Blues Breaker album uitkwam. Het was bedoeld als b-kant voor Sitting On Top Of The World, op Immediate, dat nooit uitgekomen is. Dus brachten we het op dit album uit. Het heette eigenlijk Double Crossing Man, naar Jack Bruce, die ons in de steek liet om zich bij Manfred Mann te voegen!"
6. What'd I Say (Charles)
"Met dit Ray Charles' liedje besloten we onze optredens, hoofdzakelijk omdat het zo'n lekkere beat had, een drumsolo en Ray Charles was populair in clubs als de Flamingo." Eric Clapton speelt de laatste maten van dit nummer de gitaarriff uit het destijds net uitgebrachte Beatles nummer Day Tripper.
7. Key To Love (Mayall)
"Dit ligt in het verlengde van Little Girl. Ik zelf vond het gaaf om de blazerarrangementen hiervoor te maken. De blazerspartij is echter later aan de opname toegevoegd. Ik kende Alan Skidmore en zijn vader Jimmy door hun werk in diverse jazzclubs."
8. Parchman Farm (Allison)
"Een Mose Allison liedje, dit was ook een "audience-pleaser". Net als de rest van de opnames op dit album was het de bedoeling om met deze opname de sfeer van onze optredens op vinyl vast te leggen."
9. Have You Heard (Mayall)
"Nog een liedje over Christine. Dit was het langzame blueswerk, een van de songs waarin Eric de ruimte kreeg om uit te pakken en het illustreert absoluut de power van zijn gitaarspel."
10. Ramblin On My Mind (Johnson)
"Eric was erg verknocht aan Robert Johnson in die tijd. Hij had nog niet eerder zelf gezongen, dus ik moedigde hem aan dat een keertje te doen, onder het mom "Wat heb je te verliezen?" Vandaar dat we het maar met zijn drieën hebben opgenomen, Eric, ik en de technicus Gus Dudgeon. Hij was huiverig om het in te zingen, maar ik had er geen twijfels over."
11. Steppin Out (L.C. Frazier)
"Nog een keuze van Eric. Weer een duidelijk gitaarstuk en uitstekend geschikt voor onze live optredens."
12. It Ain't Right (Jacobs)
"Een harmonica uitdaging voor mij. Little Walter was een van onze favorieten, vooral door zijn songwriting, het paste goed bij mijn stem, het bereik en wat verder nog meer."
Bronnen, noten en/of referenties: |
|