Bataljon van Sint-Patrick
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het Bataljon van Sint-Patrick (Engels: Saint Patrick's Battalion, Spaans: Batallón de San Patricio) was een bataljon van het Amerikaanse leger dat uit Europese katholieken, voornamelijk Ieren, bestond. Het bataljon is vooral bekend omdat het tijdens de Mexicaans-Amerikaanse Oorlog deserteerde en meevocht aan de zijde van Mexico.
De desertie was vooral ingegeven door de sterke anti-katholieke sentimenten in de Verenigde Staten tijdens het midden van de 19e eeuw. Na het uitbreken van de oorlog tegen Mexico realiseerden de Ierse Amerikanen van het Bataljon van Sint-Patrick zich dat ze liever niet voor een protestants land een katholiek land bevochten. In september 1846, onder leiding van Jon Riley, liepen ze over naar het Mexicaanse leger. Tijdens de Slag om Monterrey bevochten ze aan Mexicaanse zijde voor het eerst de Amerikanen. In de maanden die volgden groeide het bataljon uit tot 800 man, waaronder andere Amerikaanse deserteurs maar ook Europese katholieken die al in Mexico woonden.
De San Patricios vochten vaak vastberadener dan de rest van het Mexicaanse leger, wetende dat ze waarschijnlijk gefusilleerd zouden worden als ze in handen zouden vallen van de Amerikanen. In de Slag bij Cerro Gordo dreigden zij zelfs de Mexicanen te beschieten wanneer zij het slagveld zouden ontvluchten. In deze veldslag, evenals bij de eerdere Slag bij Buena Vista leidde het bataljon van Sint-Patrick zware verliezen. Het overgebleven deel vocht tijdens de Slag bij Churubusco (20 augustus 1847) nabij Mexico-stad. Wegens een gebrek aan ammunitie zagen zij, evenals de andere onderdelen van het Mexicaanse leger, zich gedwongen over te geven. Een klein deel wist te vluchten en nam later nog deel aan de verdediging van Mexico-stad. Nadat de Amerikanen het fort Chapultepec hadden ingenomen gaf generaal Winfield Scott de opdracht de gevangengenomen San Patricios op te hangen; zij werden gehangen precies op het moment dat de Mexicaanse vlag in Chapultepec werd gestreken en vervangen door de Amerikaanse. 36 San Patricios vonden op deze manier de dood.
De overlevenden kregen na de oorlog door de Mexicaanse regering land toebedeeld, het bataljon werd opgeheven in 1850. De mening over het Bataljon van Sint-Patrick is sterk verschillend in de Verenigde Staten en in Mexico: in de Verenigde Staten gelden ze als verraders, terwijl zij in Mexico als helden beschouwd worden. De straat voor het convent van Churubusco waar zij zich overgaven is naar hen Martires Irlandeses (Ierse Martelaren) genoemd, en tijdens Saint Patrick's Day wordt in Mexico extra aandacht besteed aan de daden van de San Patricios.