Arlbergspoorlijn
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Arlbergspoorlijn is een spoorlijn in Oostenrijk die de Arlberg, een bergkam tussen de Bundesländer (deelstaten) Vorarlberg en Tirol, doorkruist. De lijn ligt tussen de plaatsen Innsbruck in Tirol en Bludenz in Vorarlberg. Op het traject wordt ook de Arlbergspoortunnel tussen Langen en St. Anton gepasseerd, die met 10.648 meter lengte (tot 2001 10.249 meter) een stuk korter is dan de Arlberg Straßentunnel bestemd voor het autoverkeer. Het traject is grotendeels dubbelspoor, alleen tussen Ötztal en Kronburg, Landeck en Schnann en Klösterle en Bludenz ligt enkelspoor.
Inhoud |
[bewerk] Bouw en geschiedenis
Al in 1845 werd over een spoorlijn over de Arlbergpas gesproken toen de Engelsen een spoorverbinding van Engeland naar Egypte wilden aanleggen. In 1847 werd in de textielmagnaat Carl Ganahl uit Feldkirch ook een lokale geldschieter voor de bouw gevonden. Er werden plannen gemaakt, maar de bouw stuitte op te veel technische beperkingen. De opening van de Semmeringspoorlijn in 1854 liet echter zien dat een bergspoorlijn over de Arlberg geen onmogelijkheid moest zijn.
Pas in 1880 kon men met de bouw beginnen. De bouw ging sneller dan gepland (de eindoplevering werd niet verwacht voor de herfst van 1885) en reeds op 29 mei 1883 kon het gedeelte tussen Innsbruck en Landeck in gebruik genomen worden. Op 21 september 1884 volgde het resterende deel van het traject, inclusief de enkelsporige 10,2 kilometer lange Arlbergspoortunnel. In tegenstelling tot andere tunnelprojecten in de Alpen in die tijd waren er geen problemen bij de bouw. Desondanks stierven 92 arbeiders tijdens de constructie van alleen al de tunnel. Met de brokstukken die vrijkwamen tijdens de aanleg werden de gebouwen langs het spoor gebouwd, zoals ook bij Semmeringspoorlijn was gedaan. Veel van de spoorgebouwen zijn ook heden ten dage nog bekleed met een kenmerkend rood gesteente, dat in het Arlberggebied op enkele plekken aan de oppervlakte komt.
[bewerk] Ontwikkeling van de spoorlijn
Met de opening werd een nieuwe verbinding tussen het Bodenmeer en de Adriatische Zee gemaakt. Het verkeer ontwikkelde zich goed en op 15 juli 1885 kon het tweede spoor door de tunnel in gebruik genomen worden. Paradepaardje van de lijn werd de Arlberg-Oriënt-Express, die met uitsluitend slaaprijtuigen eerste klasse van Londen naar Boekarest reed.
De stoomlokomotieven zorgden voor een groot probleem. Met stijgingen tot 31 promile op het westelijke tracé en 27 promile op het oostelijke tracé, zorgden de stoomlokomotieven voor veel te veel zwavelzuur in de tunnel en werden afgeschaft. Op 20 november 1924 werd de geëlektrificeerde tunnel heropend. In 1925 werden ook de overige trajectdelen geëlektrificeerd met een 15 kV, 16 2/3 Hz systeem, wat ertoe leidde dat nu veel zwaardere treinen het spoor konden berijden. Wel moesten hiervoor het spoor en diverse bouwwerken vanwege de verhoogde asdruk worden verstevigd. Zo werd in 1964 de Trisannabrug bij slot Wiesberg vernieuwd.
Het verkeer ontwikkelde zich, ondanks concurrentie van de autotunnel, zo sterk dat inmiddels de toevoerlijnen ook bijna geheel dubbelsporig zijn gemaakt. Over de verbinding rijden snelle Eurocitytreinen van Wenen naar Vorarlberg en Zwitserland. Het station St. Anton is in het kader van de wereldkampioenschappen skiën in 2001 aldaar verplaatst vanuit het centrum naar de rand van de plaats.