Anton Arenski
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Anton Stepanovitsj Arenski (Novgorod, 11 augustus 1861 - Terijoki (Finland), 25 februari 1906) was een Russische componist en leerling van Nikolai Rimski-Korsakov.
Hij werd in 1882 benoemd als professor aan het Moskou Conservatorium P. I. Tsjaikovski van Moskou (Russisch: Московская Государственная Консерватория им. П.И.Чайковского), waar Sergej Rachmaninov en Alexander Skrjabin tot zijn studenten behoorden.
Zijn composities behelzen onder meer de opera's Een droom van de Volga; Rafael en Nal en Damajanti, het ballet Egyptische nacht, toneelmuziek voor De Tempest van Shakespeare, twee symfonieën, variaties op een thema van Tsjaikovski voor strijkorkest, een pianoconcert, kamermuziek, stukken voor piano, koorwerken, liederen en kerkmuziek.
[bewerk] Levensloop
Anton Stepanovich Arenski werd geboren in 1861 te Novgorod. Zijn beide ouders waren muzikaal en hij kreeg zijn eerste pianolessen van zijn moeder. In 1879 werd hij aan het Conservatorium van Sint Petersburg toegelaten. Daar componeerde hij zijn pianoconcert. Behalve invloeden van Chopin, Grieg, Mendelssohn is zijn voorliefde voor afwijkende maatsoorten al op te merken; de finale is in vijfkwartsmaat gecomponeerd. Arenski studeerde in 1882 af. Rimski-Korsakov, één van zijn leraren, voorspelde hem geen grootse toekomst als componist. Zijn eerste symfonie uit 1883 laat Rimski's invloed duidelijk horen. Van 1883 tot 1894 gaf Arenski les aan het Conservatorium van Moskou. Daar raakte hij bevriend met Tsjajkovski. Hij volgde op diens aanbeveling Balakirev op als dirigent van de Keizerlijke Hof Kapel en bleef dit tot 1901. Het privé-leven van Arenski is een raadsel - of niet bestaand. Hij trouwde nooit en ontving nauwelijks bezoekers. Hij dronk en gokte. In 1906 stieft hij in een kliniek in Finland, hetzij aan TBC, hetzij aan de alcohol.