Antanas Smetona
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Antanas Smetona (Užulėnis, 10 augustus 1874 - Cleveland, 9 januari 1944), was een Litouws staatsman.
Smetona nam als gymnasiast deel aan een Litouws nationalistische demonstratie en werd daarom van school gestuurd (1896). Later bezocht hij het gymnasium van Sint-Petersburg en sloot zich aan bij een groep jonge Litouwse nationalisten. Als student aan de Universiteit van Sint-Petersburg organiseerde hij in 1899 een studentenprotest en werd hij gearresteerd. Hij zat twee weken vast en werd daarna naar Vilnius gestuurd. Na een tijd mocht hij naar Sint-Petersburg terugkeren om zijn studie te voltooien. In 1902 studeerde hij af.
In 1902 keerde hij naar Vilnius terug en werkte er als bankemployée. Van 1904 tot 1907 was hij redacteur van het Litouwse nieuwsblad Vilniaus Zinios (het Nieuws van Vilnius). In 1904 werd hij tevens in Seimas (volksvergadering) van Litouwen gekozen voor de Litouwse Democratische Partij. In 1907 richtte hij met andere nationalisten het weekblad Viltis (Hoop) op. In dit blad riep hij op tot volharding en eenheid binnen het Litouwse nationalisme.
In 1914, aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, begon Smetona met het uitgeven van zijn blad Vairas (Stuur), dat tijdens de oorlog een pro-Duitse koers insloeg. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Smetona voorzitter van het Centraal Comité van de Litouwse Hulporganisatie die zich vooral inzette voor Litouwse oorlogsslachtoffers.
Tijdens de Duitse bezetting van Litouwen bood hij de Duitse autoriteiten en petitie aan waarin hij, en anderen, om autonomie voor Litouwen vroegen. In 1917 werd Litouwen autonoom en werd Smetona in de Staatsraad gekozen. In maart 1918 erkende Duitsland Litouwen als een onafhankelijke staat. Koning werd de Duitse hertog Wilhelm von Urach (Mindaugas II). Nadat Duitsland in november 1918 had gecapituleerd riep Smetona de Republiek Litouwen uit en werd hij door de Seimas tot president gekozen. Van december 1918 tot februari 1919 verbleef hij in Duitsland en de Scandinavische landen om de nodige erkenning voor zijn regime te krijgen. Van 1920 tot 1922 werd Litouwen door de meeste landen erkend (ook door de Sovjet-Unie).
Op 19 april 1920 werd Aleksandras Stulginskis tot president van Litouwen gekozen en trad Smetona af. Nadien werkte hij als commissaris van Klaipėda, hoogleraar aan een universiteit en als journalist.
In 1926 probeerden zowel extreem-links (communisten/socialisten) als extreem-rechts (fascisten) de macht in Litouwen te grijpen. Smetona, die zowel niets van extreem-rechts als van extreem-links wilde weten, pleegde een coup en werd op 26 december 1926 als president geïnstalleerd. Hij verbood alle politieke partijen en riep daarvoor in de plaats de Litouwse Nationale Unie (LTS) in het leven. In 1927 stuurde hij het parlement (Seimas) naar huis en liet een nieuwe grondwet opstellen die de president verregaande bevoegdheden gaf.
In het begin van de jaren dertig vreesde Smetona dat de Sovjet-Unie Litouwen zou inlijven. Hij zocht daarom steun bij de Westerse landen, waaronder bij Duitsland. Met Duitsland sloot hij een vriendschapsverdrag. In 1939 bespraken de Duitse en Russische ministers van Buitenlandse Zaken Joachim von Ribbentrop en Vyacheslav Molotov de opdeling van Oost-Europa. Nazi-Duitsland ging ermee akkoord dat de Sovjet-Unie Litouwen kon bezetten en inlijven bij de Sovjet-Unie.
In de zomer van 1940 stuurde de Sovjet-Unie Smetona een ultimatum. Smetona weigerde hierop in te gaan en wilde het leger mobiliseren. Het parlement stemde echter tegen mobilisatie. Smetona trad af en week in het geheim uit naar Zwitserland. Op 17 juni 1940 werd er onder Sovjet-Russische druk een pro-Russische regering aangesteld in Litouwen. In augustus 1940 verzocht deze regering de Russen om Litouwen op te nemen in de Sovjet-Unie.
In 1941 vertrok Smetona naar de Verenigde Staten van Amerika waar hij bij zijn zoon Julius Smetona zijn intrek nam in Cleveland.