Anemometer
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een anemometer of windmeter is een meetinstrument dat de windsnelheid kan meten.
Dit instrument werd in 1846 geïntroduceerd door de Ierse astronoom Thomas Romney Robinson (1792-1882). Het is een ronddraaiend molentje met drie of vier halve bollen (cups) die met stangetjes aan een draaibare as zijn bevestigd. De halve bollen zijn van binnen hol. De wind oefent op de holle zijde meer kracht uit dan op de bolle zijde, waardoor het molentje door de wind in beweging komt. De beweging van de draaiende bollen wordt via de as omgezet naar een elektrisch signaal. De grootte van dit signaal is een maat voor de windsnelheid.
Een andere vorm van een anemometer wordt gebruikt om de luchtsnelheid in kanalen (mijngangen, airconditioning) of gebouwen te meten. Bij dit type heeft het molentje wieken in vleugelvorm.
[bewerk] Ultrasone anemometer
Deze bewegingloze opnemer berust op het principe dat de voortplantingssnelheid van geluid verandert met de windsnelheid. Tevens is de windrichting af te leiden en kunnen windstoten en pieken gemeten worden.
[bewerk] Thermische anemometer
Deze bestaat uit twee verwarmde Pt100 meetsensoren, die onderling constant in temperatuur verschillen. Door de langsstromende lucht koelen de sensoren af. De elektrische stroom die nodig is om het temperatuurverschil te onderhouden wordt gemeten en is een maat voor de luchtsnelheid.