Al Capone
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Alphonse Gabriel Capone (Brooklyn (New York City), 17 januari 1899 - Palm Beach County (Florida), 25 januari 1947) was een beruchte Amerikaanse gangster in de jaren '20 en '30 van de 20e eeuw.
Hij werd geboren in de wijk Brooklyn in New York City, maar verhuisde later naar Chicago (Illinois).
Tijdens de periode van de drooglegging beheerste Al Capone in Chicago het leeuwendeel van de misdadige activiteiten met betrekking tot het uitbaten van casino's, het organiseren van prostitutie en de illegale handel in alcohol. Alhoewel de politie van zijn misdaden op de hoogte was, kon Capone lange tijd ongestraft zijn activiteiten voortzetten. Uiteindelijk werd hij gearresteerd en veroordeeld op beschuldiging van belastingontduiking en moest hij zijn straf uitzitten in de gevangenis op het eiland Alcatraz.
In 1939 werd hij vervroegd vrijgelaten vanwege zijn slechte gezondheid. Hij stierf aan de gevolgen van een beroerte.
Inhoud |
[bewerk] Jeugd
Alphonse (Al) Gabriel Capone was de zoon van Gabriele Capone (1865-1920) en zijn vrouw Teresina"T(h)eresa" Raiola (1867-1952) in Brooklyn, New York City, New York op 17 januari 1899 (niet 1895 zoals veel boeken en andere sites beweren). Gabriele was een kapper uit Castellammare di Stabia.(bij Napels) Teresina was een naaister en de dochter van Angelo Raiola. De Capones emigreerden naar de Verenigde Staten in 1894.
Het paar had zeven zoons en twee dochters:
- Vincenzo Capone (1892-1952) - Hij heette James Vincenzo Capone nadat hij de Verenigde Staten betrad. Hij verliet de familie in 1908 om bij een circus te gaan. Hij was luitenant in de Eerste Wereldoorlog. Kort na zijn vertrek veranderde hij zijn naam in Richard Joseph Hart. Later werd hij marshal in Homer,Nebraska.
- Raffaele Capone (1894-1974) - Werd Ralph genoemd nadat hij de Verenigde Staten betrad. Later ging hij samenwerken met zijn jongere broer in Chicago.
- Salvatore Capone (1895-1924) - Beter bekend als Frank Capone.
- Ermino Capone (1901-?) - Werd John genoemd. Voor vrienden was hij Mimi. Men heeft hem waarschijnlijk voor het laatst in leven gezien in 1994.
- Umberto Capone (1906-1980) - Werd Albert genoemd. Hij werkte bij de Cicero Tribune onder leiding van zijn broer Al. In 1942 veranderde hij zijn achternaam in Raiola.
- Amedeo Capone (1908-1967) - Matthew genoemd. Hij had een herberg.
- Rose Capone
- Mafalda Capone
Al's criminele leven begon vroeg; als een tiener zat hij bij twee bendes, the Brooklyn Rippers en the Forty Thieves Juniors.
Capone stopte met school op zijn 14e nadat hij met een leraar had gevochten. Na bij kleine bendes gezeten te hebben begon Al bij de beruchte Five Points Gang geleid door Paul Kelly. In die tijd begon hij te werken als barman en uitsmijter bij Frankie Yales zaak Harvard Inn. Daar heeft Capone zijn littekens aan over gehouden nadat hij door Frank Gallucio met een mes was aangevallen. Gallucio deed dit omdat Capone aan het flirten was met zijn zus. Die littekens bezorgden hem de bijnaam "Scarface". Maar hij had liever de bijnaam "Snorky" gehad wat goed gekleed betekende in de jaren 20.
In 1918 werd zijn zoon Sonny Francis Capone geboren, en aan het eind van het jaar trouwde hij met de moeder van zijn zoon, Mae Coughlin. Het paar woonde in Brooklyn, New York. In 1919 woonde hij in Amityville, Long Island dicht bij "Rum-Row". Capone werkte nog steeds voor Frankie Yale en werd er van verdacht twee moorden te hebben gepleegd voor hij in 1919 naar Chicago werd gestuurd.
Yale stuurde Capone naar Chicago nadat hij in gevecht was gekomen met een rivaal. Yales bedoeling was dat Capone een beetje zou afkoelen.
[bewerk] Chicago
De Capones verhuisden naar een klein huisje op 7244 South Prairie Avenue in Chicago wat Capone's eerste hoofdkwartier zou zijn. Al begon te werken voor Johnny Torrio's bende, maar Torrio merkte dat Capone talent had en in 1922 was Capone Torrio's rechterhand verantwoordelijk voor het gokken, alcohol, prostitutie en afpersing in Chicago. Capone had de gewoonte om prostituees eerst zelf te "testen", voordat zij in een van de clubs mochten werken. Een gewoonte, die hem duur te staan zou komen. Hij liep een onbehandelbare geslachtsziekte op.
Een paar jaar later plegen Torrio's rivalen een aanslag op zijn leven. Gewond trok Torrio zich terug naar Italië en gaf de zaak door aan Capone. Capone was berucht tijdens het drankverbod vanwege zijn macht over de onderwereld en zijn rivaliteit met (Ierse) gangsters als George "Bugs" Moran. Capone had geen Siciliaanse voorouders, in tegenstelling tot de meeste andere gangsters van Italiaanse afkomst. Vanwege het geld dat hij bij elkaar harkte (naar schatting 100 miljoen per jaar) was hij immuun voor vervolging door het intimideren van getuigen en het omkopen van stadsbestuurders zoals burgemeester William "Big Bill" Hale Thompson. Capone deed erg veel aan liefdadigheid en was bij de gewone man in Chicago erg populair. Hij zorgde tijdens de depressie voor gaarkeukens, waar de werklozen van Chicago dagelijks terecht konden. Vanuit zijn hoofdkwartier, het zwaar bewaakte Lexington Hotel in Chicago bezocht hij graag sportwedstrijden en opera's. Capone stond er om bekend nog meer verblijfplaatsen te hebben zoals French Lick, Indiana, Hot Springs, Arkansas en Johnson City, Tennessee. In 1928 kocht Capone een villa op Palm Island,(Miami Beach) Florida. Kort na deze aankoop organiseerde hij de zeven meeste opvallende moorden uit de onderwereld, de 1929 St Valentine's Day Massacre. Ook al zijn de details niet bekend en is er niemand veroordeeld voor de moorden, worden ze toch toegeschreven aan Capone en zijn mannen, vooral Jack "Machine Gun" Mc Gurn, wie ervan verdacht wordt de operatie te hebben geleid. Door de Massacre probeerde Capone zijn rivaal Bugs Moran die de acties in noord Chicago leidde uit te schakelen. Moran was echter te laat en was zo ontsnapt aan de dood.Tijdens de moorden had Capone gezorgd voor een ijzersterk alibi. Hij verbleef op dat moment in Florida.
Tijdens de jaren '20 werd vaak geprobeerd om Capone te vermoorden.Dit mislukte altijd, omdat Capone in gepantserde auto's rondreed, altijd lijfwachten bij zich had en bovendien kon vertrouwen op een leger van informanten.Ook was nooit precies bekend, waar Capone op een bepaald moment verbleef. Hij kon zomaar met zijn gezelschap enkele weken de stad uit zijn, naar een van zijn huizen in andere staten.
[bewerk] De val van Capone
Ook al liet Capone anderen zijn klusjes doen en was er geen rekening die wees op zijn inkomen, waren er in 1929 nieuwe wetten die het mogelijk maakten Capone te vervolgen voor belastingfraude. Hij werd lastig gevallen door Eliot Ness en zijn team van noncorrupte US Treasury agents "the Untouchables" en IRS-agent Frank Wilson die kon bewijzen dat Capone een illegaal inkomen had en belastingfraude pleegde. Naar de huidige maatstaven was Capone miljardair, maar hij heeft gedurende zijn leven nooit een bankrekening op eigen naam gehad. Zijn organisatie werd "The Outfit" genoemd, een naam, die nog steeds in gebruik is voor de maffia van Chicago.
De rechtszaak was in 1931. In het begin pleitte Capone schuldig in de hoop er makkelijk vanaf te komen.De gunstige deal met de aanklager werd echter door de rechter geweigerd en ook omkoping van de jury liep mis. Op het laatste moment werden in het gerechtsgebouw de jury's verwisseld en werd Capone schuldig bevonden aan 5 van de 23 aanklachten en veroordeeld tot elf jaar celstraf in een federale gevangenis.
Capone was eerst naar de Atlantagevangenis gestuurd in 1932. Maar daar vandaan kon hij nog steeds zijn organisatie besturen en hij werd overgeplaatst naar Alcatraz in 1934. Hier werd hij streng bewaakt en mocht hij geen contact hebben met de buitenwereld. Na de veroordeling begon het netwerk van Capone te verdwijnen. In Alcatraz probeerde Capone met zijn eigenwijsheid bewakers om te kopen en werd naar een isoleercel gestuurd. Ook zijn mentale stabiliteit begon af te nemen. Hij was in Alcatraz door zijn arrogante gedrag niet populair.Na enkele aanvallen door andere gevangenen zorgde zijn organisatie voor bescherming. Capone kreeg enkele (betaalde) mede-gedetineerden als lijfwacht. Zijn gedrag kwam vooral door zijn ziekte. Langzaam raakte hij steeds zieker. Er wordt ook gezegd dat Capone soms niet eens uit zijn cel wilde komen. Dan kroop hij in een hoekje en praatte tegen zichzelf in brabbeltaal. Hij begon mensen te vertellen dat hij werd lastig gevallen door de geest van James Clark, een slachtoffer van St Valentine's Day Massacre. Het was duidelijk dat hij niks meer wist van zijn maffia praktijken.
[bewerk] Capones dood
Midden jaren '30 begon Capone tekenen van dementie te vertonen, waarschijnlijk door onbehandelde syfilis die hij als jongeman had opgelopen. Hij had regelmatig mishandeling en zelfs moordaanslagen te verduren van medegevangenen. Het laatste jaar van zijn straf zat hij uit in de gevangeniskliniek en hij werd eind 1939 vrijgelaten. Nadat hij een jaar lang behandeld was in een ziekenhuis in Baltimore trok hij zich terug in zijn huis in Florida. Capone was nu een gebroken man. Hij bestuurde de maffia niet meer. Op 21 januari 1947 kreeg hij een beroerte en vier dagen later overleed hij aan een hartstilstand. Zijn dood was een hele gebeurtenis in zijn huis in Florida waar hij de laatste zeven jaar woonde. Hij werd naast zijn vader en broer begraven op de Mount Olivet begraafplaats in zuid Chicago. In 1950 werden alle drie verplaatst naar de Mount Carmel begraafplaats in Hillside, ten westen van Chicago.
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Externe links
- documenten van het onderzoek naar belastingfraude door de IRS (Internal Revenue Service), de Amerikaanse fiscus
- FBI files over Capone
- Foto's van Capones graf
- Crime library artikel over Capone