Kalf (rundvee)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een kalf is het jong van een koe, maar bij andere grote zoogdieren wordt de aanduiding ook gebruikt, zie daarvoor bij kalf. Het baren noemen we kalven, en het pasgeboren kalf heet een nuchter kalf, afgekort nuka. Een vrouwelijk kalf wordt ook vaarskalf of kuis genoemd, een mannelijk kalf is een stierkalf.
Een kalf weegt bij de geboorte ongeveer 40 kilo, en heeft nog weinig afweer. Daarom is het belangrijk dat het kalf de eerste dagen biest (van de eigen moeder) krijgt. Een kalf dat bij de moeder is weggehaald, krijgt de biest uit een (speen)emmer te drinken. Na het kalven komt de gewone melk op gang bij een koe. In het uier van de koe zit dan nog biest; deze wordt telkens vermengd met de nieuwe melk die de koe aanmaakt. Wordt een koe volledig wordt leeggemolken of door het kalf leeggezogen, dan zit er geen biest meer in het uier, want na het kalven wordt die niet meer aangemaakt.
Een kalf krijgt melk of kunstmelk te drinken. Bij de geboorte van een kalf is alleen de lebmaag ontwikkeld, de andere drie magen ontwikkelen zich later. Na een paar weken begint het met het eten van wat krachtvoer en ruwvoer (hooi). Het propionzuur in het krachtvoer en het structuurrijke hooi stimuleren de pensontwikkeling en langzaamaan gaat een kalf meer vast voedsel eten en krijgt het minder melk. Als een kalf ruim twee maanden oud is, weegt het ongeveer 80 kilo en krijgt het op de boerderij geen melk meer.
In de natuur wordt een kalf gespeend tussen de zes en elf maanden, afhankelijk van het ras. Een koe zit op de top van haar melkproductie tussen de zes en acht weken na de geboorte van haar kalf. Daarna neemt de productie geleidelijk af en zal het kalf meer vast voedsel eten.
Als een kalf een jaar oud is, weegt het ongeveer 350 kilo en wordt het een pink genoemd.
[bewerk] Vaarskalveren en stierkalveren
Een vaarskalf is een runderkalfje van het vrouwelijk geslacht. De drachtsduur van een vaarskalf is gemiddeld 280 dagen tegenover 281 dagen bij een stierkalf. Na ongeveer een jaar noem je het geen vaarskalf meer maar een pink. Ze is dan geslachtsrijp en weegt ongeveer 350 kg. De kans op een stierkalf is ongeveer 50% bij natuurlijke dracht of bij inseminatie met gewoon sperma. Bij gesekst sperma ligt de kans op een vaarskalf op ongeveer 90%. Bovatel sperma ligt hier tussenin met ongeveer 60% vaarskalveren.
Een mannelijk kalfje wordt stierkalf genoemd. Na veertien dagen gaan de meeste daarvan als vleeskalf naar een mesterij; een paar stierkalveren worden dekstieren. De meeste vaarskalveren blijven op het bedrijf. Een stierkalf is bij de geboorte zwaarder dan een vaarskalf. Dit veroorzaakt een groter aantal moeilijke geboorten, en ook is het aantal doodgeboorten groter dan bij vaarskalveren. Door het grotere gewicht is de drachtsduur van een stierkalf iets korter dan bij een vaarskalf. Vanaf ongeveer 8 maanden is een stiertje in staat een koe of pink te dekken, vanaf dat moment noem je het geen stierkalf meer.
In het Twentse dialect wordt een stierkalf ook wel een bôlkalf genoemd.
[bewerk] Ziektes
Om paratuberculose-besmetting te voorkomen is het verstandig om het eerste half jaar het kalf nog niet naar buiten te doen en hooi te voeren in plaats van kuilgras.
Als de moeder van het kalf positief getest is op IBR (virale diarree), dan wordt er biest van een andere koe of kunstbiest gebruikt omdat besmetting met IBR kan plaatsvinden via de melk.