Historicisme
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Historicisme is de theorie die stelt dat de geschiedenis zich onwrikbaar en onvermijdelijk ontwikkelt volgens vaste wetten, die kunnen worden ontdekt, naar een bepaalde eindsituatie.
De filosoof Karl Popper heeft in zijn The Poverty of Historicism zware kritiek geleverd op deze theorie, die vooral onder het marxisme aanhang vond. Tevens is hij degene die de heden ten dage algemeen geldende definitie van het historicisme heeft opgesteld.
Reeds in de oudheid deden zich de eerste vormen van historicisme voor; liever gezegd was het historicisme avant la lettre over het algemeen de destijds grotendeels erkende visie op de geschiedenis, en daarmee de geschiedsontwikkeling in het speciaal.
In de begindagen van de filosofie begon deze overtuiging op tegenstand te stuiten, onder andere door Heraclitus.
Bekende moderne historicisten zijn o.a. Fichte, Hegel, Marx en Toynbee geweest.
Het historicisme is een centraal thema in de Foundation-trilogie van Isaac Asimov.