Hendrik de Vries
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Hendrik de Vries (Groningen, 17 augustus 1896 - Haren, 18 november 1989) was een Nederlands dichter en schilder.
De gedichten van Hendrik de Vries werden in het literaire tijdschrift Het Getij gepubliceerd. Hendrik de Vries was een vroege surrealist. Hij was anti-burgerlijk ingesteld en predikte vitaliteit. Het onderbewuste speelt een cruciale rol in zijn poëzie.
Veel van zijn inspiratie vond de Vries in de Spaanse wereld. Hij was zo in die Spaanse cultuur verdiept geraakt, dat hij heel wat gedichten in het Spaans heeft geschreven.
[bewerk] Prijzen
- 1946 - Hendrik de Vriesprijs
- 1948 - Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs voor Toovertuin
- 1951 - Bijzondere prijs van de Jan Campert-stichting voor zijn essayistisch werk over poëzie
- 1956 - Extra prijs van de Jan Campert-stichting
- 1959 - Culturele prijs van de provincie Groningen voor zijn gehele oeuvre
- 1962 - Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre
- 1973 - P.C. Hooftprijs voor zijn gehele oeuvre
[bewerk] Bibliografie
- 1917 - Het gat in Mars en het Milagrat
- 1920 - De nacht
- 1920 - Vlamrood
- 1923 - Lofzangen
- 1928 - Silenen
- 1931 - Spaansche volksliederen
- 1932 - Stormfakkels
- 1935 - Copla's
- 1937 - Atlantische balladen
- 1937 - Geïmproviseerd bouquet
- 1937 - Nergal
- 1939 - Romantische rhapsodie
- 1944 - Robijnen (clandestien gedrukt)
- 1946 - Capricho's en rijmkritieken
- 1946 - Toovertuin
- 1951 - Distels en aloë's
- 1955 - Gitaarfantasieën
- 1958 - Groninger symphonie
- 1965 - Iberia, krans van reisherinneringen
- 1966 - Diseño jondo
- 1971 - Cantos extraviados
- 1971 - Goyescos
- 1978 - Impulsen
- 1993 - Verzamelde gedichten
- 1996 - Sprookjes