Heilige (christendom)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Heilige is een titel die in het christendom aan personen wordt toegekend die bijzonder rechtschapen en gelovig hebben geleefd. In een aantal kerken spelen heiligen een grote rol; in andere kerkgenootschappen is dat niet zo.
Inhoud |
[bewerk] Heiligen in de geschiedenis van het christendom
In de eerste eeuwen van onze jaartelling vereerde men uitsluitend martelaren. In de vroege Middeleeuwen werden ook kerkvaders, woestijnvaders (heremieten) en vooraanstaande bisschoppen "heiligen" genoemd. Zij waren na hun dood, zo meenden de gelovigen, in de hemel en konden dus God beïnvloeden. Deze gedachte staat haaks op de officiële theologische opvatting dat God volmaakt, in zijn altijd gelijkvormig en in zijn liefde steeds tot het hoogste neigend is. De volksdevotie had echter behoefte aan tastbare heiligheid en er ontstonden lokale heiligen. De liturgie van de kerk was nog niet centraal geregeld en plaatselijke devoties speelden een grote rol.
Een bekende verzameling van beschrijvingen van heiligenlevens uit de Middeleeuwen is de Legenda Aurea. In de Middeleeuwen werden ook veel personen of legendarische personen heiligen omdat zij in de volksdevotie werden vereerd. Veel plaatsnamen herinneren nog aan dergelijke heiligen. Ook mensen die nog in leven waren, werden soms "heiligen" genoemd en werden na hun dood vereerd. Pas in de late Middeleeuwen trok de kerk de bevoegdheid om mensen heilig te verklaren geheel aan zich: er kwam een streng reglement.
Als curiosum zij vermeld dat in de geschiedenis (hoewel slechts zelden) ook dieren als heilige werden vereerd. Een voorbeeld is Guinefort van Bourgondië.
In alle kerken komen heiligennamen als voornaam veel voor. In de Germaanse landen zijn de oude Germaanse namen desondanks nooit in onbruik geraakt. Opvallend is het gebruik om veel heiligennamen (soms meer dan tien) als voornamen aan een kind te geven, maar heet het kind Michaël, dan is het gebruikelijk om het bij deze ene naam (van een aartsengel) te laten.
[bewerk] Heiligen in de Rooms-katholieke Kerk
Een heilige bij de oosters-orthodoxen en rooms-katholieken is iemand die bijzonder rechtschapen en gelovig heeft geleefd, men spreekt ook van " heroïsche zedelijke deugd", en van wie wordt aangenomen dat hij of zij daardoor invloed kan uitoefenen op het leven op aarde. Hij of zij doet dat, volgens de katholieke leer, door middel van voorspraak bij God, dus niet zoals soms in andere religies door rechtstreeks ingrijpen of het schenken van krachtige zegen; dat zou immers de soevereiniteit van de ene God aantasten.
Heiligheid is niet voorbehouden aan de gecanoniseerde heiligen. Allen die leven of geleefd hebben in geloof en rechtschapenheid, zijn heilig. De gecanoniseerde heiligen zijn die heiligen voor wie er bij de bevolking een bijzondere verering is ontstaan, welke vervolgens door de kerkelijke autoriteiten wordt goedgekeurd. Het heiligverklaren of canoniseren van iemand kan tegenwoordig alleen gebeuren na zijn of haar dood, omdat iemand tijdens zijn leven nog in zonde kan vervallen. Vanaf het moment van overlijden geldt onder normale omstandigheden een minimale wachtperiode van twaalf jaar. Het is ook mogelijk dat een overledene zonder dat deze periode wordt afgewacht en zonder verder onderzoek "bij acclamatie" heilig wordt verklaard. In de Rooms-katholieke Kerk behoudt de paus zich sinds de late Middeleeuwen het recht van heiligverklaring voor.
Om heilig te kunnen worden verklaard, is het binnen de Rooms-katholieke Kerk noodzakelijk om postuum twee wonderen te hebben verricht, die door de kerk als zodanig erkend zijn. Bij een erkend wonder kan iemand zalig worden verklaard: dit is vaak een opstap naar een heiligverklaring. Een heiligverklaring kan tegenwoordig alleen door de paus worden uitgesproken. Tot de Middeleeuwen kon ook een willekeurige bisschop dit doen, of soms werd ook wel een spontaan gegroeide cultus achteraf bevestigd (Confirmatio Cultis). Dit laatste kan tegenwoordig ook nog, zij het wel alleen door de paus. In Nederland is zo bijvoorbeeld de verering van de heilige Liduina van Schiedam kerkelijk bevestigd in de 19e eeuw, terwijl die verering zelf al vlak na haar dood in 1422 begonnen was.
De Rooms-Katholieke Kerk onderscheidt vier soorten heiligenvieringen: hoogfeest, feest, verplichte gedachtenis en vrije gedachtenis. Zo is 1 januari het hoogfeest van Maria, Moeder Gods, 9 augustus het feest ter nagedachtenis van Edith Stein, 20 augustus de verplichte gedachtenis van Bernard van Clairvaux en 14 oktober de vrije gedachtenis van Paus Callistus I.
In het Martyrologium Romanum zijn alle heiligen en zaligen van de Kerk opgenomen met een korte levensbeschrijving en met gebeden die op hun kerkelijke feestdag kunnen worden gebruikt in de Misvieringen. In 2008 verzorgde de Vereniging voor Latijnse Liturgie voor een Nederlandse vertaling van dit boek.
Men roept een heilige, vaak herkenbaar aan zijn attribuut, te hulp bij ziekte of gevaar en men vereert zijn relieken. Elke dag is een feest of gedachtenis van een heilige, iedere stad kent zijn patroonheilige en bij het doopsel krijg men de naam van een of meer heiligen. Op hoogtijdagen, dat wil zeggen een dag van een belangrijke heilige, was men vroeger vaak vrij (holyday). Bijvoorbeeld met Sint-Barbara, patrones van de mijnwerkers of met Maria-Tenhemelopneming. Er zijn veel met heiligen verbonden feesten, zoals de kermis of grote marktdagen. Er werd - en soms wordt - dan druk gehandeld in beelden van de betreffende heilige, zoals dit gebeurt in Santiago de Compostella, Fátima en Lourdes. Het woord santenkraam is hier ook van afkomstig: een marktkraam vol heiligen.
Heiligverklaringen hebben vaak een politieke achtergrond. Elke kloosterorde wilde, en wil, een heilige in de eigen rijen tellen en oefent daarom druk op het Vaticaan uit. Ook vorstenhuizen willen heilige voorouders kunnen vereren. De nog steeds vereerde Lodewijk de Heilige van Frankrijk is daarvan een voorbeeld. Karel de Grote werd door (tegen)paus Paschalis III, in het jaar 1165, heiligverklaard maar hij wordt alleen in Aken vereerd. De Nederlandse Militaire Willems-Orde werd naar een heiligverklaarde voorganger van de Nederlandse Prinsen van Oranje genoemd.
In de snelle heiligverklaring van de oprichter van Opus Dei zien progressieve katholieken een politiek signaal. De heiligverklaring van de zaligverklaarde Paus Johannes XXIII lijkt daarentegen op de lange baan te zijn geschoven.
[bewerk] Heiligen in de Oosters-Orthodoxe Kerken
De Oosters-Orthodoxe Kerken vereren martelaren en heiligen. De verering heeft vaak een politieke achtergrond; zo werden Tsaar Nicolaas II van Rusland en zijn gezin heilig verklaard. In de liturgie en de inrichting van de kerken zijn heiligen en hun afbeeldingen, (iconen), erg belangrijk.
[bewerk] Heiligen in de Protestantse Kerken
Luther en Calvijn verwierpen de gedachte dat sommige gestorven christenen vereerd moesten worden. Deze gedachte staat immers haaks op de theologische opvatting dat god volmaakt, in zijn altijd gelijkvormig en in zijn liefde steeds tot het hoogste neigend is. In plaats van een verering van heiligen gaat alle aandacht uit naar het veronderstelde Opperwezen.
De ontdekking van onveranderlijke natuurwetten heeft het geloof aan wonderen, kenmerkend voor de heiligen, sterk ondermijnd.
In het Nieuwe Testament wordt de term heilige vaak gebruikt om de eerste christenen mee aan te duiden. Daarom is bij bepaalde protestantse (evangelische) gemeenten iemand heilig, zodra hij/zij beslist zijn/haar leven aan de Heer te geven en Zijn wil te volgen.
In de Apostolische geloofsbelijdenis wordt de kerk de gemeenschap der heiligen genoemd.
[bewerk] Zie ook
- Lijst van christelijke heiligen
- Lijst van plaatsen met hun patroonheiligen
- Heiligenkalender
- Heiligenprentje