Coulomb (eenheid)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Veelvoud | Naam | Symbool | Veelvoud | Naam | Symbool | |
---|---|---|---|---|---|---|
100 | coulomb | C | ||||
103 | kilocoulomb | kC | 10–3 | millicoulomb | mC | |
106 | megacoulomb | MC | 10–6 | microcoulomb | µC | |
109 | gigacoulomb | GC | 10–9 | nanocoulomb | nC | |
1012 | teracoulomb | TC | 10–12 | picocoulomb | pC | |
1015 | petacoulomb | PC | 10–15 | femtocoulomb | fC | |
1018 | exacoulomb | EC | 10–18 | attocoulomb | aC | |
1021 | zettacoulomb | ZC | 10–21 | zeptocoulomb | zC | |
1024 | yottacoulomb | YC | 10–24 | yoctocoulomb | yC |
De coulomb is de eenheid van elektrische lading. De eenheid is genoemd naar Charles-Augustin de Coulomb. De afkorting is de hoofdletter C. Zij is gedefinieerd in termen van ampère en seconden: 1 C is gelijk aan 1 As (ampère-seconde), de hoeveelheid lading die vervoerd wordt door een elektrische stroom van 1 ampère gedurende 1 seconde.
Een coulomb is ook het product van spanning (in volt) en capaciteit (in farad).
1 coulomb is gelijk aan de elektrische lading in 6.241506×1018 protonen; een proton heeft een lading van ongeveer 1,6022×10-19 coulomb, dat is de elementaire lading. (Meestal spreekt men niet van de lading van een proton, maar van een elektron; dat is het tegengestelde daarvan.)
Een lading van 1 coulomb is een zeer grote lading. Als, in theorie, twee puntladingen van +1 C en -1 C op een onderlinge afstand van één meter worden geplaatst, dan trekken deze elkaar aan met een kracht van ongeveer 9 miljard newton. Zou men een condensator van 1000 µF willen opladen tot 1 C, dan is daarvoor een spanning van 1000 V nodig. De meeste condensatoren met zo'n capaciteit zijn daar niet tegen bestand. In de praktijk wordt daarom steeds gewerkt met mC en µC. (Zie Wet van Coulomb).
Bij accu's wordt de capaciteit (d.i. de maximale lading - niet te verwarren met de capaciteit van een condesator) opgegeven in ampère-uur (Ah) of milliampère-uur (mAh); 1 Ah is gelijk aan 3600 coulomb. Bij eenmalige batterijen zou dit ook kunnen, maar daar wordt zelden een capaciteit vermeld. De accu van een auto heeft een capaciteit van ongeveer 40 Ah. Dat lijkt heel veel, maar die lading is niet als zodanig in de accu opgeslagen. In een accu vindt een chemisch proces plaats waarin de lading wordt omgezet.
waarin geldt:
- Q is de lading in C
- I is de stroomsterkte in A
- t is de tijd in s