Bevers
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bevers Fossiel voorkomen: 5 miljoen jaar geleden tot nu |
|||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Canadese bever (Castor canadensis) |
|||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||
|
|||||||||||
Geslacht | |||||||||||
Castor Linnaeus, 1758 |
|||||||||||
Typesoort | |||||||||||
Castor fiber Linnaeus | |||||||||||
Groen: Natuurlijk leefgebied bevers Rood: Leefgebied Canadese bever in Europa |
Bevers (Castor) ontwikkelden zich 5 miljoen jaar geleden en zijn het enige nog bestaande geslacht van de familie beverachtigen (Castoridae). Ze zijn vooral bekend als dammenbouwers.
Inhoud |
[bewerk] Kenmerken
Bevers zijn - na de Zuid-Amerikaanse capybara - de grootste knaagdieren ter wereld en kunnen worden herkend aan hun donkerbruine pels, korte poten en platte staart. De bever is enigszins plomp gebouwd, is ongeveer 1 meter lang (exclusief de staart van ± 30 cm) en heeft een gewicht tot 30 kg. Duiken en zwemmen kunnen ze als de beste, maar op het land kan hij zich niet echt snel voortbewegen. De bever kan met gemak zeker 5 minuten onder water blijven. Hun achtervoeten hebben vijf tenen met daartussen zwemvliezen. De tweede achtervoetteen heeft een kleinere dubbele nagel, die dient voor het schoonmaken van de vacht. Hun horizontaal afgeplatte, geschubde staart is 12 tot 15 cm breed en wordt gebruikt om alarmsignalen te geven (door ermee op het water te slaan), om mee te sturen tijdens het zwemmen en als metselwerktuig. De bever heeft 20 wortelloze tanden en kiezen. De snijtanden zijn beitelachtig en hebben een oranjerode buitenste glazuurlaag. De hersenen zijn in vergelijking met andere knaagdieren buitengewoon goed ontwikkeld.
Bevers leven in Europa, Azië en Noord-Amerika.
[bewerk] Soorten
Tegenwoordig onderscheiden vrijwel alle onderzoekers twee aparte levende soorten, C. fiber en C. canadensis, maar tot voor kort werd canadensis soms als ondersoort van fiber gezien. Daarnaast zijn er nog drie fossiele soorten. De soorten zijn:
- Castor andersoni†
- Castor californicus†
- Bever (Castor fiber)
- Canadese bever (Castor canadensis)
- Castor zdanskyi†
[bewerk] Voeding
Bevers eten uitsluitend plantaardig materiaal. Het menu bestaat onder andere uit oeverplanten, riet, wortelstokken van waterlelies, jonge twijgen, bladeren en boomschors. In de zomer eet hij vooral kruiden en waterplanten. De bomen die bevers doorknagen zijn bij voorkeur 8-20 cm in diameter, van de soorten wilg, populier (vooral ratelpopulieren), en minder graag ook berk en wilde kers. Naaldbomen, die voor de mens de grootste gebruikswaarde hebben, vermijden ze bijna altijd. Ze geven de voorkeur aan bomen die dicht bij het water staan. Een 8 cm dikke wilg is in vijf minuten doorgeknaagd, aan grotere bomen werken ze verschillende nachten achter elkaar. Om een populier van 85 cm te vellen moest een groep bevers zelfs enkele maanden werken. Elke bever knaagt per jaar 200-300 dunne populierenstammen door; op een halve hectare land vindt een beverkolonie 1-1½ jaar lang voedsel. Aan dikke bomen werken vaak twee bevers tegelijk, waarbij meestal de een knaagt en de andere op de uitkijk staat. Een gevelde boom wordt in stukken geknaagd, hoe dikker de boom hoe korter de stukken. Voor zover de schors nog te eten is, schillen ze deze af en eten hem op. In de winter houdt de bever geen winterslaap en als het ijs bevroren is, moet hij twijgjes en schors eten die hij in de zomer verzameld heeft.
[bewerk] De beverburcht
Aan grote rivieren die te breed zijn om een dam in te bouwen neemt de bever genoegen met een eenvoudig hol in de oever met minstens 2, maar vaak wel 4 of 5 ingangen, die steeds onder water liggen. In de oever wordt een verblijf, 'ketel', gebouwd, dat ongeveer 1,20 meter breed en 40-50 cm hoog is en dat aan de binnenkant zeer zorgvuldig glad is gemaakt. Als de waterspiegel van de rivier stijgt, moet ook de vloer van het woonhol verhoogd worden. Daartoe schraapt of knaagt de bever eenvoudig aarde af van het plafond. Gewoonlijk is het plafond van de burcht zo sterk dat verscheidene mensen erop kunnen staan. Als de vloer echter aanzienlijk moet worden verhoogd, versterkt de bever de burcht door takken op het oppervlak te stapelen en een echte berg te bouwen. De burcht kan tenslotte als een eiland in het water komen te liggen.
Een enkele maal leggen bevers hun burchten ook midden in een stuwbekken aan, door met water verzadigde takken en modder op te hopen tot het kunstmatige eiland 1 à 2 meter boven de waterspiegel uitsteekt. Vervolgens wordt het eiland uitgehold en van een ketel en gangen voorzien. Vooral in noordelijke streken dicht de bever zijn burcht zorgvuldig af met modder en leem; in het midden van het plafond blijft echter vaak een kleine ventilatieopening. In strenge winters ziet men de damp als een kleine rookpluim uit de top van de burcht opstijgen. Oude burchten bezitten verscheidene verdiepingen, zodat de nestkamer altijd 20 cm boven de waterspiegel ligt. Voor de meeste roofdieren zijn de burchten ontoegankelijk en zelfs als een beer van bovenaf erin doordringt, zijn de bevers door hun benedengangen al lang in het water verdwenen en weggedoken.
[bewerk] Trivia
- In het 16e eeuwse Visboeck van Adriaen Coenen vermeldt deze auteur - zie aldaar folio 121 - dat in zijn jaren volgens een pauselijk gebod de staart en de achtervoeten van een bever tot vis mochten worden gerekend. Dit impliceerde dat men op vastendagen deze staart alsmede de voeten mocht eten. Maar, voegde Coenen eraan toe: het voorlijf niet. Dezelfde regel gold in een meer uitgebreide zin ook voor een otter.
- De Boze Bevers is een tekenfilmserie voor kinderen met twee bevers in de hoofdrol
[bewerk] Externe links
[bewerk] Waarnemingen in Nederland
Waarnemingen van de bever kunnen worden doorgegeven aan de BeverWerkgroep Nederland, onderdeel van de zoogdiervereniging VZZ (www.vzz.nl)
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Castor op Wikimedia Commons.
|