Auto-ongeluk
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een auto-ongeluk of een auto-ongeval is een ongeluk met een auto.
Er worden twee soorten onderscheiden:
- Eenzijdig ongeval (geen andere betrokkenen)
- Tweezijdig ongeval (met andere betrokkenen)
Inhoud |
[bewerk] Eenzijdig ongeval
Bij een eenzijdig ongeval is er maar één verkeersdeelnemer betrokken bij het ongeval. Voorbeelden hiervan zijn een automobilist die tegen een obstakel rijdt, zoals een boom of lantaarnpaal of in het water terecht komt.
[bewerk] Tweezijdig ongeval
Bij een tweezijdig ongeval zijn tenminste twee verkeersdeelnemers betrokken. Bijvoorbeeld twee auto's die tegen elkaar botsen of een automobilist die een fietser of voetganger aanrijdt. Meestal wordt dan gesproken van een aanrijding.
Een aanrijding met wild wordt een wildaanrijding genoemd.
Uit onderzoek van CBR en verzekeraars blijkt dat 40% van de verkeersongevallen bestaat uit kop-staartbotsing. In negentig gevallen valt dit tweezijdig ongeval te wijten aan onvoldoende afstand tussen de twee voertuigen.
Als er (zeer) veel auto's betrokken zijn spreekt men van een kettingbotsing.
[bewerk] Afhandeling
Bij persoonlijk letsel moet altijd de politie ingeschakeld worden. Hiervoor kan het alarmnummer 112 gebeld worden. Ook moet dit gebeuren als een overheidseigendom, zoals een lantaarnpaal, beschadigd wordt. In de overige gevallen mogen de betrokkenen de afhandeling van de schade onderling regelen. Voor een goede afhandeling is het belangrijk dat er getuigen zijn en dat de plaats van het ongeval zo goed mogelijk geschetst of gefotografeerd wordt en de toedracht duidelijk beschreven wordt. Hiervoor worden door de verzekeringsmaatschappijen standaard schadeformulieren beschikbaar gesteld. Doorrijden na een aanrijding is altijd strafbaar.
Slachtoffers met ernstig letsel worden met een ambulance naar het ziekenhuis vervoerd. Soms zitten de slachtofers bekneld en moeten ze door de brandweer uit de auto bevrijd worden. De brandweer beschikt hiervoor over hydraulische kniptangen en breekijzers.
Tenslotte moeten auto's die niet meer kunnen rijden geborgen worden. Dit gebeurt meestal door een bergingsbedrijf of een garagebedrijf, die hier speciale voertuigen, een bergingstruck of afsleepwagen, voor hebben. Een afsleepwagen kan gebruikt worden als beide voorwielen of achterwielen nog kunnen draaien. Vaak wordt de auto met een lier op de bergingstruck getrokken. De chauffeur kan met een afstandsbediening de lier bedienen.
[bewerk] Veiligheid auto
Tegenwoordig zijn de auto's voorzien van een veiligheidskooi, kreukelzone en airbags ter voorkoming van persoonlijk letsel. De snelwegen zijn voorzien van bermbeveiliging met geleiderails en kreukelzones.
[bewerk] Autokeuring
Auto's ouder dan drie jaar moeten jaarlijks gekeurd worden, de zogenaamde APK-keuring. Hierdoor komen er minder ongelukken, die te wijten zijn aan technische gebreken, zoals gladde banden of niet goed werkende remmen.
[bewerk] Verzekering
Om er zeker van te zijn dat een slachtoffer de schade vergoed krijgt, moeten motorrijtuigen, waaronder auto's, bromfietsen en motorfietsen verplicht tegen aansprakelijkheid verzekerd worden.
[bewerk] Verkeersregels
Om ongevallen te voorkomen zijn er verkeersregels ingesteld en moeten automobilisten en motorrijders over een rijbewijs beschikken en bromfietsberijders over een bromfietsrijbewijs.