Nationaal Visserijmuseum
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het Nationaal Visserijmuseum staat in Oostduinkerke (Koksijde). In het kader van verbouwing, nieuwbouw en herinrichting werd het museum vanaf 1 september 2004 gesloten.
Inhoud |
[bewerk] Historiek
Het visserijmuseum werd opgericht door Honoré Loones. Er wordt vermoed dat hij zich liet inspireren door het eerste maritiem museum te Oostduinkerke dat zich boven het gemeentehuis bevond. Dit museum verdween tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het visserijmuseum werd opgericht in Oostduinkerke omdat tussen deze gemeente en Nieuwpoort ooit een heus vissersdorp lag. De Nieuwe Yde moet ontstaan zijn in de eerste helft van de 13de eeuw rond het vloedgat, een geul die reikte tot de huidige Duinparklaan. Het vissersdorp is verdwenen rond 1600.
In het boek van Jules Filliaert De laatste Vlaamse IJslandvaarders wordt verteld dat in het dorp Oostduinkerke de meeste IJslandvaarders leefden wat dus ook een reden is waarom het museum in Oostduinkerke staat.
Het vissen begon ooit met strandvissen. Oostduinkerke-Koksijde is dé strandvissersgemeente bij uitstek. Er is in archiefteksten van de Duinenabdij al van in 1600 sprake van paardenvissers. Deze traditie is tot op heden bewaard gebleven in Oostduinkerke
Oostduinkerke was vroeger ook een rasecht vissersdorp met eigen vaartuigen en een eigen haven. De vaartuigen die aan de monding van de IJzer lagen in het toenmalige Oostduinkerke hadden de letters OD. Door een grensverandering in 1949 werd een deel van Oostduinkerke Nieuwpoort-Bad.
[bewerk] De bouw van het museum
De beslissing tot oprichten van een visserijmuseum viel op 1 juni 1960:
Zitting van 1 juni 1960.
De Gemeenteraad van Oostduinkerke in zitting vergaderd en na een uiteenzetting gehoord te hebben van de heer Loones H., voorzitter van de V.V.V. in betrekking met de oprichting van een openluchtmuseum, beslist éénparig in principe over te gaan tot de oprichting van een openluchtmuseum.
Nu moest nog worden gekeken naar een locatie. Aanvankelijk zou men het museum oprichten waar ooit de Nieuwe Yde zich bevond maar uiteindelijk koos men ervoor om het museum te bouwen in het centrum van Oostduinkerke. Aangezien de kerk van Oostduinkerke werd vernield gedurende de Tweede Wereldoorlog vond men deze plaats zinvoller: een rustige plaats waar de vroegere vissers hun laatste rustplaats was gelegen.
De eerste steen werd op 23 juni 1963 gelegd door Renaat Van Elslande, toen minister van cultuur. Maar door vele misverstanden, administratieve problemen en tegenkantingen werd pas veel later van start gegaan met de uiteindelijke bouw van het museum.
- grondwerken: aanvang 23/10/1967 voltooid 21/01/1968
- bouw visserswoning: aanvang 12/01/1970 voltooid eind 1970
- het museumgebouw: voltooid 30/04/1974
- het museumcafé: aanvang 18/06/1975 voltooid 10/11/1976
- het erepark: voltooid 18/09/1976
Op 18 september 1976 vond de officiële opening plaats niettegenstaande het al twee jaar open was voor het publiek.
[bewerk] Trivia
Het museum speelt een rol in het verhaal De bonkige baarden uit de Suske en Wiske-reeks, dit verhaal gaat over het verdwenen dorp van de IJslandvaarders Jan, Pier, Tjores en Korneel (van het lied “Al die willen te kaap’ren varen, moeten mannen met baarden zijn”).