Knoflookpad
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Knoflookpad IUCN-status: Veilig[1] |
|||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
|
|||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Pelobates fuscus Laurenti, 1768 |
De knoflookpad (Pelobates fuscus) is een padachtige kikker uit de familie der knoflookpadden (Pelobatidae), die ook in Nederland en België voorkomt.
Inhoud |
[bewerk] Herkenning
De knoflookpad heeft een kenmerkende, ietwat plompe bouw. Wat meteen opvalt is de pijlvormige tekening die op de rug van vrijwel ieder individu van de soort zichtbaar is, hoewel er ook individuen voorkomen waarbij de pijl niet goed ontwikkeld is. De pijl wordt gevormd door een vlekkenpatroon op de rug, waarvan de fijne structuur (de 'afwerking' aan de randen van de vlekken) individueel sterk verschilt. Er is per geslacht een verschil in huidskleur waargenomen; vrouwtjes zijn vaak grijs van grondkleur, mannetjes vaak leemgeel. Alle knoflookpadden hebben een witgele, tot vuilgrijze buik, oranje iris en verticale pupil.
Vrouwtjes zijn over het algemeen iets groter en plomper dan de mannetjes. Mannetjes zijn vaak kleiner en beweeglijker dan de vrouwtjes. Mannetjes hebben in de paartijd schijnbaar dikkere bovenarmen. Deze illusie wordt gewekt door het daar zichtbare kliercomplex, dat ovaal van vorm is en over de schouders van het mannetje 'op' de onderarmen ligt. Vrouwtjes lijken dan ook over het algemeen dunnere bovenarmen te hebben. Alle knoflookpadden hebben aan beide achtervoeten een speciale, verhoornde graafknobbel, waarmee snel grote hoeveelheden grond kunnen worden verzet.
[bewerk] Verspreiding
In Europa komen drie soorten van het genus Pelobates voor, te weten de Spaanse knoflookpad (Pelobates cultripes Cuvier), Syrische knoflookpad (Pelobates syriacus Boettger) en de knoflookpad (Pelobates fuscus Laurenti). De Europese soorten kunnen op basis van kleine, anatomische verschillen weer worden onderverdeeld in ondersoorten.
De Oostgrens van de verpreiding van Pelobates fuscus wordt bepaald door de IJssel en de Maas in Nederland en Duitsland. Hij komt niet voor in Zwitserland. Ten zuiden van de Alpen is er een geïsoleerde populatie (Pelobates fuscus insubricus). De Zuidgrens loopt door Oostenrijk en het Noorden van de Balkan. In het Oosten komt de soort voor tot aan de Oeral. De knoflookpad is erg algemeen in Polen, Wit-Rusland en Rusland.
[bewerk] Verspreiding in Nederland
In Nederland is het voorkomen van de soort beperkt tot de oostelijk gelegen, hogere gronden in de rivier- en beekdalen. Daarvan zijn het Overijsselse Vechtdal, verschillende IJssel-beekdalen in Gelderland, het Gelderse IJsseldal, oostelijk Noord-Brabant en het Noordlimburgse Maasdal te noemen als voornaamste populatiegebieden. De grootste populatie knoflookpadden bevindt zich in en rond het Gelderse Overasselt.
[bewerk] Ecologie
[bewerk] Gedrag
Een kikkervisje.
|
De naam 'knoflookpad' danken de dieren aan de kliersubstantie die zij bij ongemak afscheiden om vijanden af te schrikken. De geur doet inderdaad sterk aan knoflook denken. Overigens doet de knoflookpad dit, wanneer deze door mensen wordt gehanteerd, bij hoge uitzondering! Onduidelijk is nog of dit gedrag in natuurlijke context vaker vertoond wordt. Knoflookpadden kunnen hoog en snel springen. Ze zwemmen eveneens zeer snel. Ondanks hun padachtig uiterlijk kan gerust gesteld worden dat ze meer gemeen hebben met kikkers, dan met padden.
Knoflookpadden graven ’s zomers en ’s winters holen. In de zomer houden zij zich daar overdag in schuil, om er in de nacht weer uit te komen en jacht te maken op met name loopkevers, nachtvlinders en andere ongewervelde dieren. Knoflookpadden zijn enorm snelle gravers. Met gemak graven zij zich binnen 10 minuten 50 cm diep in! In de paringsperiode verruilen de dieren de nacht voor dag gedurende een paar dagen. In de zomerperiode trekken veel individuen weg van de voortplantingswateren. De dieren kunnen zich tot 1000 m van de voortplantingswateren begeven.
[bewerk] Voortplanting
Mannetjes produceren in de voortplantingsperiode een voortplantingsgeluid dat klinkt als “klok -...- klok-klok-...-klok-...klok-klok...”.[1] Dit wordt meestal onder water ten gehore gebracht en is dan op het land vaak moeilijker waarneembaar. De vrouwtjes zetten omstreeks maart – april eisnoeren af waarin zich de eitjes als zwarte bolletjes schijnbaar ongerangschikt bevinden. Deze eisnoeren worden tijdens de paring min of meer om waterplanten heen gewikkeld. Larven komen na zo’n 10 a 20 dagen uit het ei en zijn dan zo’n 5 mm lang. Bij een lengte van 6 – 7 mm worden de larven vrij zwemmend. De larven bereiken een totaallengte die varieert van 80 tot 200 mm.
[bewerk] Habitat
De knoflookpad lijkt in Nederland gebonden aan die landschappen die onderdeel uitmaken van de beek- en rivierdalen van de hogere zandgronden in het oosten van het land. De soort geeft de voorkeur aan een makkelijk vergraafbare, rijkelijk door de zon beschenen bodem. Deze locaties worden meestal vertegenwoordigd door zanderige rivierduinen. 's Zomers worden knoflookpadden ook bij tijd en wijle op zandige aardappelakkertjes, in moestuintjes, in maïsakkers, etc. aangetroffen. 's Zomers leidt de knoflookpad een zwervend bestaan door houtwallen, bosjes, vochtige weilanden e.d. Er lijken jaarlijks een drietal (geïdealiseerde) habitattypen van groot belang voor het voortbestaan van de soort, nl.:
- voedselrijk, stilstaand, visvrij water als voortplantingshabitat
- rijkelijk door de zon beschenen, voedselarme zandgronden als winterhabitat
- rijkelijk door de zon beschenen weilanden, afgewisseld met zandige plekken, struikjes en bosschages, omzoomd door houtwallen als zomerhabitat.
Het zomerhabitat wordt in het kader van ecologisch onderzoek ook wel het landhabitat genoemd.
[bewerk] Bedreiging
De soort is extreem gevoelig voor te veel dierlijke meststoffen en de daaruit direct voortvloeiende verzuring van de bodem. Vooral mestinjectie, waarbij de mest direct in de bodem gespoten wordt, heeft de laatste tien jaar voor een enorme achteruitgang van geschikte leefgebieden gezorgd.
[bewerk] Bescherming en onderzoek
Behalve dat de knoflookpad op de rode lijst staat en in het Europese CITES-verdrag expliciet wordt genoemd, zijn de trends in de verspreidingsgegevens in de loop van de jaren er de oorzaak van dat er sinds 2000 een omvangrijk onderzoek is gestart naar het gebruik van het landhabitat van de knoflookpad. O.a. het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft hier opdracht toe gegeven.
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Pelobates fuscus op Wikimedia Commons.
|
[bewerk] Externe bronnen, links, afbeeldingen
- ^ http://www.ravon.nl/RAVON/tabid/36/Default.aspx Geluiden bij soortenoverzicht
- Waarnemingen kunnen hier worden ingevoerd.
- Kaart van Nederland met waarnemingen
- Foto's van Knoflookpadden
Bronnen, noten en/of referenties: |