IJsrace
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
IJsrace of ook wel ijsspeedway is een tak van de motorsport (baansport) waarbij met speciaal hiervoor gebouwde motoren op een ijsbaan wordt geracet.
De benaming ijsrace wordt in algemene zin ook wel eens gebruikt voor het racen in het algemeen op het ijs (wat het in basis ook is, een snelheidswedstrijd op het ijs) of het racen met de auto op het ijs, die laatste heet in het Nederlands ijsrally en is vooral in de Verenigde Staten populair. Om onderscheid te maken noemt men de motorsport ook wel ijsspeedway, vooral ook in de wedstrijdnamen, ook omdat het een ijsvariant is van de speedway en dirttrack.
Inhoud |
[bewerk] Ontstaan
Zowel de Russen als de Zweden claimen rond 1920 als eerste met ijsrace begonnen te zijn. Het eerste wedstrijdverslag stamt echter uit 1925 en gaat over een wedstrijd op de Eibsee in Duitsland. In 1963 werd er voor het eerst een Europees kampioenschap gehouden en sinds 1966 bestaat er ook een Wereldkampioenschap ijsrace. Vaak worden deze wedstrijden door Rusland gedomineerd: buiten de Russen is er vier keer een Zweed, twee keer een Tsjech en een keer een Fin wereldkampioen geworden.
[bewerk] Baan
De races worden gehouden op een ijsbaan van 400 meter, waarvan het ijs extra dik is opgevroren en waaromheen een dikke laag stootabsorberend materiaal is aangebracht. In de meeste gevallen wordt er op natuurijs gereden; uitzonderingen hierop zijn de wedstrijden in Nederland en Duitsland.
[bewerk] Motor
Een bijzonder kenmerk van de ijsracemotor is dat de rem volledig ontbreekt. Bovendien heeft hij maar twee versnellingen, waarvan de eerste alleen voor de start gebruikt wordt. De ijsracer heeft bijna altijd een motor van het merk Jawa, dat in Tsjechië wordt gemaakt. Dit is een 500cc viertaktmotor met één cilinder, die zo’n 55 pk produceert en methanol als brandstof gebruikt. De complete ijsracemachine mag niet minder wegen dan 114 kilo. Dit alles heeft op het ijs een top van ongeveer 130 km per uur als resultaat. Ten behoeve van de veiligheid moeten de wielen voor een groot gedeelte van beschermende kappen worden voorzien en beschikt elke ijsracijsracer over een zogenaamd ‘dodemanskoord’. Dit is een touwtje dat van het stuur naar de pols van de coureur gaat. Via het stuur is het verbonden met de ontsteking van de motor. Zodra de coureur het contact met zijn motor verliest, zorgt dit koordje ervoor dat de motor wordt uitgeschakeld.
[bewerk] Band
Om op het ijs niet weg te glijden zitten er spikes in de banden van een ijsracemotor. In de achterband zitten er ongeveer 200 en in de smallere voorband zo’n 160. Voor het grootste gedeelte zitten de spikes aan de linkerkant van de band, simpelweg omdat ijsracers enkel linksom racen. De maximale lengte van de spikes is 2,8 cm, gemeten van het bevestigingsplaatje dat zelf ongeveer 3 mm dik is. De kunst is om het beste patroon van spikes in de band te zetten en iedere coureur heeft hier zijn eigen trucjes voor.
[bewerk] Race
Tijdens de race zijn er telkens vier coureurs tegelijkertijd op de baan. Bij het meest gebruikte wedstrijdsysteem doen er 16 coureurs mee en om die allemaal een keer tegen elkaar te laten rijden zijn er 20 deelwedstrijdjes nodig. Deze deelwedstrijdjes worden ‘heats’ genoemd en duren vier ronden. Over één heat doen de coureurs ongeveer een minuut, maar door o.a. crashes, herstarts en veegpauzes duurt een totale wedstrijd ongeveer 2,5 uur. Tijdens de race zijn de verschillende coureurs, behalve aan de kleuren van pak en motor, te herkennen aan een rugnummer en de kleur van hun helm. Bij de start, van buiten naar binnen toe bekeken, dragen de coureurs een gele, witte, blauwe en rode helm. Omdat iedere coureur per wedstrijd vijf heats rijdt, komt hij op alle plaatsen één keer te staan en op een plaats twee keer.
[bewerk] Training
Om een een kunstijsbaan voor een training tot de benodigde dikte op te vriezen zou veel te duur zijn, dus Nederlandse ijsracecoureurs wijken meestal uit naar koudere landen om te kunnen oefenen. In de maand december worden in Zweden een aantal wedstrijden gehouden die ook door veel buitenlandse coureurs als training worden gebruikt. Maar de echte trainingskampen worden in Rusland georganiseerd. Verder wordt er door de meeste coureurs het hele jaar door aan conditie en spierkracht gewerkt door middel van fitness, motorcross, etc.
[bewerk] Nederland
Als één van de weinige landen organiseert Nederland elk jaar een finale voor het Wereldkampioenschap. Deze wedstrijd vindt al jaren plaats in Assen, in het tweede weekend van maart. Daarnaast beschikt Nederland over enkele goede ijsracecoureurs.
De beste coureur uit de geschiedenis van het Nederlandse ijsrace is Roelof Thijs. Naar hem is een internationale race vernoemd die traditiegetrouw op de vrijdag voor de WK finale in Assen verreden wordt. Op dit moment is Johnny Tuinstra de beste Nederlandse coureur. De afgelopen drie jaar heeft hij zich gekwalificeerd voor de WK-finales, wat betekent dat hij tot de wereldtop behoort. Het Nederlandse team wordt aangevuld door René Stellingwerf en René Verhoef. Jong talent is Sven Holstein, die in het seizoen van 2005/2006 met behoorlijk succes zijn debuut heeft gemaakt op de ijsracemotor.
Na Roelof Thijs heeft Nederland nog een goede coureur gehad, te weten Tjitte Bootsma, Tjitte heeft ca. 20 jaar internationaal gereden en zich vele keren voor het WK geplaatst. Zijn hoogste eindklassering in het WK is een 10de plaats geweest. Tjitte heeft zich naast het rijden ook verdienstelijk voor de sport gemaakt door het ontwikkelen van een compleet revolutioneer ijsrace frame. De huidige toppers rijden op deze frames, de wereldkampioen van de laatste 4 jaar (de rus Krasnikov) rijdt op een TIBO frame net als de meeste andere Russen en West-europese toppers.