François Achille Bazaine
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
François Achille Bazaine (Versailles 11 februari 1811 - Madrid 23 september 1888) was een Frans generaal en maarschalk.
Inhoud |
[bewerk] Levensloop
[bewerk] Achtergrond en vroege carrière
François Achille Bazaine werd op 11 februari 1811 geboren in Versailles als zoon van Pierre Dominique Bazaine, een wiskundige en technisch ingenieur die faam verwierf als bruggenbouwer. Kort voor de geboorte van zijn zoon in 1811 liet vader Bazaine het gezin in de steek zonder zich verder nog om hen te bekommeren. Zijn vader vertrok later naar Sint-Petersburg en ontwierp aldaar diverse bruggen.
François Achille Bazaine slaagde er niet in om te worden toegelaten tot de École Polytechnique en nam vervolgens als soldaat dienst in het Franse leger (1831). In 1832 werd hij als onderofficier naar Algerije, een toenmalige Franse kolonie, gezonden om daar dienst te nemen in het door koning Lodewijk Filips kort tevoren opgerichte Vreemdelingenlegioen. In 1833 werd hij bevorderd tot tweede luitenant en nam deel aan de pacificatie van de kolonie en werd hiervoor onderscheidden met het ridderkruis van het Légion d'Honneur (Legioen van Eer). In 1835 werd hij bevorderd tot kapitein en vocht in Spanje tegen de Carlisten (1845-1839). Bij de Slag bij Barbastro in 1837 raakte hij gewond aan zijn rechterhand. In 1839 was hij weer terug in Algerije en nam in de daaropvolgende jaren deel aan diverse expedities en zijn carrière verliep voorspoedig: in 1844 werd hij bevorderd tot majoor en in 1848 tot luitenant-kolonel. Bazaine was ook enkele jaren gouverneur van Tlemcen en hij was aanwezig bij de overgave van Abd al-Kader (1844). In 1850 werd hij met de rang van kolonel commandant van het 1e Regiment van het Vreemdelingenlegioen. Terug in Frankrijk trouwde hij op 12 juni 1852 in Versailles met de Spaanse Maria Juana de la Soledad.
[bewerk] Krim en Italië
François Achille Bazaine vertrok als commandant naar de Krim, waar op dat moment de Krimoorlog woedde. Tijdens een tussenstop in Gallipoli werd hij bevorderd tot brigadegeneraal. Hij voerde op de Krim de 1e en 2e Regimenten van het Vreemdelingenlegioen aan en nam deel aan diverse veldslagen. Hij voerde tijdens het beleg van Sebastopol het bevel over de linkerflank van het Franse leger. Bij de beslissende geallieerde aanval op Sebastopol op 8 september 1855 werd Bazaine door een granaatscherf in de rechterheup geraakt. Vanwege zijn moed en grote kunde werd hij op 22 september bevorderd tot divisiegeneraal. Uit het midden van de geallieerde generaals werd Bazaine gekozen tot gouverneur van Sebastopol. In oktober 1855 leidde hij een gewaagde aanval op het restant van het Russische leger ten noorden van Sebastopol.
In 1855 werd Bazaine bevorderd tot commandeur van het Légion d'Honneur. Op 23 juni 1856 ontving Bazaine uit handen van Lord Gough de Order of the Bath (Orde van het Bad).
In 1857 werd hij bevorderd inspecteur-generaal van het Franse leger.
Tijdens de Oostenrijks-Sardijnse Oorlog, toen Frankrijk aan de zijde van de Italiaanse nationalisten vocht, streed Bazaine tegen de Oostenrijkers in Lombardije (1859). Op 8 juni 1859, tijdens de Slag bij Melegnano, werd hij door granaatscherf in het hoofd geraakt. Tijdens de beroemde Slag van Solferino wist Bazaine door de Oostenrijkse linies te breken en nam op 24 juni de stad in. Vanwege deze prestatie ontving hij het grootkruis van het Légion d'Honneur. Terug in Frankrijk hervatte hij zijn werk als inspecteur-generaal.
[bewerk] Mexico
Zie Franse interventie in Mexico voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
In 1863 ging hij als divisiecommandant naar Mexico, waar de Franse keizer (Napoleon III) van plan was een keizerrijk op te richtten met aartshertog Maximiliaan van Habsburg.[1] Nadat de aanhangers van president Benito Juárez uit Mexico-Stad waren verdreven werd Maximiliaan keizer van Mexico (10 april 1864). Op 5 september 1864 werd maarschalk van Frankrijk. Op 1 oktober 1866 volgde hij maarschalk Élie Frédéric Forey op als bevelhebber van de Franse troepen in Mexico. Keizer Maximiliaan en zijn regering bestonden bij de gratie van Frankrijk. Wanneer de Fransen uit Mexico zouden vertrekken zou het keizerlijk bewind omver worden geworpen door de guerrilla's van Juárez. Bazaine, die in het Vreemdelingenlegioen kennis had opgedaan met guerrillatechnieken, boekte enkele successen tegen de guerrilla's van Juárez. Zijn verhouding met de keizer was slecht en Maximiliaan wantrouwde Bazaine, die inmiddels was getrouwd met de rijke Mexicaanse Pepita de la Peña y Azcarate, die afkomstig was uit een Juárez-gezinde familie. Later herwonnen de Juárez-guerrilla's terrein en vielen een aantal belangrijke steden in handen van de president.
Toen de Verenigde Staten van Amerika na de Amerikaanse Burgeroorlog de keizerlijke regering in Mexico-Stad weigerde te erkennen en druk begonnen uit te oefenen op de Franse regering om haar troepen uit Mexico terug te trekken, koos Napoleon III eieren voor zijn geld: op 5 februari 1867 liet Bazaine Mexico-Stad ontruimen en adviseerde keizer Maximiliaan om af te treden en te vluchtten. De keizer weigerde dit. Op 12 maart verlieten de laatste Franse troepen Mexico. Maximiliaan, volledig in de steek gelaten door de Fransen, werd in mei 1867 door de troepen van Juárez gevangengenomen in Querétaro en op 19 juni 1867 geëxecuteerd.
Terug in Frankrijk werd Bazaine koel ontvangen door keizer Napoleon III[2], maar werd niettemin benoemd tot commandant van het 3e Legerkorps te Nancy[3] en nam zitting in de Senaat. In 1869 - de verhouding tussen Bazaine en de keizer was inmiddels weer goed - werd hij benoemd tot bevelhebber van de Keizerlijke Garde.
[bewerk] Frans-Duitse Oorlog
Na het uitbreken van de Frans-Duitse Oorlog in 1870 werd Bazaine aangesteld als bevelhebber van het IIIe Legercorps van het Rijnleger dat de opdracht kreeg de Duitse troepen snel te verslaan wanneer in Frankrijk zouden oprukken. Bazaine wist echter dat het leger in een slechte staat verkeerde[4] en dat het niet in staat was een snelle oorlog tegen de Duitsers te winnen. De eerste Duitse successen bevestigden Bazaine's gelijk.
Bazaine nam geen deel aan de veldslagen aan het begin van de oorlog, maar nadat maarschalken Patrice de Mac-Mahon en François Certain de Canrobert respectievelijk bij Worth en Forbach waren verslagen, droeg de keizer, die op dat moment erg ziek was, op 13 augustus 1870 het opperbevel van het leger over aan maarschalk Bazaine. De keizer trok naar Châlons waar hij zich bij maarschalk Mac-Mahon voegde.[5] De keuze van Napoleon III om Bazaine met het opperbevel te belastten werd algemeen gezien als verstandig omdat Bazaine zich in het verleden had bewezen als kundig militair.
Het opperbevelhebberschap van Bazaine werd echter een groot fiasco. Ten eerste kreeg Bazaine te maken met een half verslagen Frans leger, dat zich voortdurend moest terugtrekken, ten tweede kreeg hij te maken met een generale staf waarvan de generaals het onderling voortdurend met elkaar oneens waren. Ten derde, en dit was niet onbelangrijk, raakte Bazaine een dag na zijn benoeming tot opperbevelhebber ernstig gewond toen een granaatsplinter in zijn schouder sloeg.
Bazaine was van plan om zich met zijn troepen (het Rijnleger) naar Metz te trekken en de oprukkende Duitsers daar te verslaan. Andere legergroepen voegden zich bij Bazaine (met als gevolg dat de belangrijkste generaals en maarschalken zich spoedig allemaal in Metz bevonden). Tijdens drie moorddadige slagen bij Metz, werd het Rijnleger volledig ingesloten. Maarschalk Mac-Mahon kreeg de opdracht om Bazaine in Metz te gaan ontzetten, maar hij werd op 1 september 1870 bij Sedan verslagen en Mac-Mahon en de keizer, die de maarschalk was gevolgd, werden krijgsgevangen genomen. Het leek erop dat de oorlog zou eindigen, maar in Parijs werd door republikeinen de Derde Franse Republiek uitgeroepen. De nieuwe Regering van Nationale Verdediging (Gouvernement de la Défense Nationale) was vastbesloten de oorlog voort te zetten. Bazaine, een vurig Bonapartist, zag er weinig in om de strijd voort te zetten. De regering wilde dat Bazaine zich in Metz zou standhouden tot hij zou worden ontzet, een overigens weinig reële gedachte. Bazaine hield nog enkele maanden stand, maar er was algauw gebrek aan voedsel. Op 27 oktober 1870 capituleerde 170.000 man sterke Rijnleger van Bazaine. Bazaine bood daarop de Duitsers zijn diensten aan. Bazaine wilde Frankrijk "redden", de republikeinse regering in Parijs ten van brengen en de monarchie herstellen. Uiteindelijk zagen de Duitsers niets in dit plan en in februari 1871 sloot Duitsland een wapenstilstand met het republikeinse Frankrijk.
[bewerk] Proces
Na de oorlog weigerde de bevolking te geloven dat het Franse leger door de Duitsers was verslagen omdat het in een slechte staat verkeerde. Volgens nationalisten en populisten had Frankrijk een nederlaag geleden vanwege de slechte legerleiding. Met name het optreden van Bazaine had volgens hen bijgedragen aan de Franse nederlaag. Dit was natuurlijk allemaal bezijden de waarheid, maar de regering zwichtte echter en stelde een onderzoek in. Maarschalk Bazaine werd na zijn terugkeer uit Duitsland in Frankrijk voor de krijgsraad gedaagd.
Bazaine vond het niet werkelijk bezwaarlijk dat hij voor een krijgsraad moest verschijnen. Hij had nu immers de mogelijkheid om zijn onschuld aan te tonen. De krijgsraad onder voorzitterschap van de duc d'Aumale, de Orléanistische troonpretendent, stond van het begin af aan sympathiek ten opzichte van de maarschalk, maar waren bang dat vrijspraak of een lichte straf zou leiden tot woede onder de bevolking. Uiteindelijk werd Bazaine in 1873 ter dood veroordeeld. De leden van de krijgsraad dienden echter een petitie in bij de president, op dat moment niemand minder dan Patrice de Mac-Mahon, met het verzoek om clementie te verlenen. Mac-Mahon die vanaf het begin tegen het proces was, zette de doodstraf om in twintig jaar vestingstraf. Bazaine werd overgebracht naar het Fort Royal op het Île Saint-Marguerite. Er werd van alles gedaan om het Bazaine naar zijn zin te maken. Zijn verblijf op île Saint-Marguerite had dan ook weinig weg van een straf.
[bewerk] Ontsnapping en dood
Op 10 augustus 1874 wist Bazaine met de hulp van zijn vrouw en enkele handlangers per boot te ontsnappen. Waarschijnlijk wist het gevangenispersoneel van de ontsnappingsplannen af, maar, zo wil het verhaal, op het moment suprème, grepen zij niet in. Bazaine vestigde zich met zijn gezin in Londen, maar gingen later naar Madrid. De regering van koning Alfonso XII behandelden de oude maarschalk, die ten slotte in het verleden tegen de Carlisten had gevochten, met gepaste eer behandeld.
De gezondheid van Bazaine ging sinds de strenge Madrileense winter van 1887/88 hard achteruit en hij overleed op 77-jarige leeftijd, op 23 september 1888 in Madrid. Op 24 september werd hij begraven op het San Justo Kerkhof van Madrid. De uitvaart werd geleid door een priester die verwant was aan zijn vrouw.
[bewerk] Werken
- Rapport du maréchal Bazaine : Bataille de Rezonville. Le 16 août 1870. – Brussel : Auguste Decq, 1870
- La capitulation de Metz : Rapport officiel du maréchal Bazaine. – Lyon : Lapierre-Brille, 1871
- L'armée du Rhin depuis le 12 août jusqu'au 29 octobre 1870. – Parijs : Henri Plon, 1872
- Episodes de la guerre de 1870 et le blocus de Metz par l'ex-maréchal Bazaine – Madrid : Gaspar, 1883 (in Frankrijk verboden)
[bewerk] Trivia
- Donald Crisp (1880-1974) speelde de rol van maarschalk Bazaine in de film Juarez uit 1939
Bronnen, noten en/of referenties: |
|