Ekster
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ekster | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
|
|||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Pica pica Linnaeus, 1758 |
De ekster (Pica pica) is een vogel die behoort tot de familie van kraaiachtigen.
Inhoud |
[bewerk] Verschijning en gewoonten
Met zijn opvallende zwart-witte verenkleed is de ekster een van de gemakkelijkst te herkennen vogels. De vogel is meestal in bomen te vinden, waar hij ook zijn grote nest in bouwt van takken. Zoals alle kraaiachtigen is de ekster een omnivoor die vooral in het voorjaar nesten van andere vogels leegrooft; de aanwezigheid van eksters gaat dan ook meestal met veel alarm van andere vogels gepaard. De ekster is niet bang om zich in de buurt van mensen te laten zien of zich te vestigen, bijvoorbeeld in tuinen; in landelijke gebieden zijn ze schuwer omdat ze een gemakkelijk doelwit vormen voor de jacht.
Eksters vormen levenslange broedparen, net als de kauw, en ze vormen met de uitgevlogen jongen nog een tijd een gezin, maar ze leven 's zomers niet in groepen zoals de kauw vaak doet.
[bewerk] Verspreiding
De ekster komt voor in heel Europa en een groot gedeelte van Azië. In Nederland is de ekster vrijwel overal algemeen, met naar schatting 100.000 broedparen per jaar.
[bewerk] Naaste verwanten
De Koreaanse ekster, Pica (pica) sericea, en Noord-Amerikaanse zwartsnavelekster, Pica (pica) hudsonea, lijken uiterlijk erg veel op de Europese ekster, maar worden door sommigen als aparte soorten beschouwd. Gebleken is namelijk dat de Noord-Amerikaanse variant genetisch nauwer verwant is aan de Californische geelsnavelekster, die wel als aparte soort wordt gezien, dan aan de Europese ekster.
[bewerk] Kenmerken
Het opvallende bonte verenkleed en de lange staart, samen met de luide karakteristieke roep, maken de soort onmiskenbaar. In open landschap trekt de vogel de aandacht door in groepjes van twee of drie met snel bewegende vleugels een voor een langs te vliegen, onderwijl krassend.
Als de vogel neerstrijkt wordt de lange staart meteen omhoog getild, en zorgvuldig van de grond gehouden. Kop, nek en borst zijn glanzend zwart met vaak een metaalgroene of -blauwe glans; de buik en schouders zijn zuiver wit; de vleugels hebben een groene weerschijn. De slagpennen hebben witte binnenvlaggen, wat van onderaf zichtbaar is. Poten en snavel zijn zwart.
De jongen lijken op de ouders, maar hebben aanvankelijk niet dezelfde weerschijn op de roetzwarte delen van hun verenkleed. Het mannetje is iets groter dan het vrouwtje.
Net als bij andere kraaiachtigen (Corvidae) wandelen ze over de grond, maar als ze worden aangetrokken door voedsel of door een bijzonder voorwerp verplaatsen ze zich met kleine sprongetjes zijwaarts, met de vleugels iets opengespreid.
[bewerk] Voedsel
De voorkeur van de hele familie voor blinkende objecten is bekend. De ekster eet vrijwel alles van dierlijke oorsprong; jonge vogels en eieren, kleine zoogdieren en insecten, maar ook eikels, graan en andere plantaardige voedselbronnen worden niet versmaad. In aantallen prooien maken op de grond gevangen insecten ca 70-90% van het dieet uit. Uit onderzoek is tot nu toe niet gebleken dat een gezonde eksterstand ten koste gaat van die van andere kleine zangvogels die op het menu van de ekster staan. De omnivore aard van de ekster heeft er toe geleid dat de naam pica een aanduiding in de geneeskunde is geworden voor het eten van oneetbare dingen.
[bewerk] Voortplanting
Tijdens de balts lichten de mannetjes herhaaldelijk snel de kopveren op, tillen hun staart op en openen en sluiten deze snel als een waaier, en roepen met zachte tonen die duidelijk anders zijn dan hun gebruikelijke geluiden. Korte glijvluchten en achtervolgingen horen bij het baltsritueel.
Het nest wordt in de vork van een tak van een hoge boom gebouwd, is groot en is van boven overdekt als bescherming tegen predatoren van de opvallend gekleurde kuikens; het heeft tevens een verborgen ingang. Het is versterkt met aarde en klei en gevoerd met dunne wortels.
Als de bladeren vallen worden de grote nesten goed zichtbaar. Als geschikte bomen schaars zijn wordt het nest soms in bosjes of heggen gebouwd.
De (5 á 8, maximaal 10) eieren zijn voor de maat van de vogel aan de kleine kant; ze wisselen wel van kleur maar zijn meestal blauwgroen met een dichte bruine en grijze vlekjestekening. Ze worden in april gelegd, en er wordt per jaar maar 1 nest jongen grootgebracht tenzij een nest vroeg te gronde gaat.
Soms vormen twee of drie eksters een groepje dat b.v. katten pest, dwz schijnaanvallen uitvoert op deze dieren, misschien een reactie op de kat als concurrent. In de winter is de ekster meer in groepen te vinden bij het verplaatsen en fourageren, en vaak gezamenlijk overnachtend. In het voorjaar vormen zich grotere groepen voor de paarselectie. Charles Darwin noemde deze groepen 'huwelijksbijeenkomsten' (marriage meetings).
[bewerk] Bijgeloof
In de loop der eeuwen duikt de ekster vaak op in het bijgeloof. Volgens een Waalse en Franse sage had de ekster eerst een prachtig verenkleed, maar toen de vogel met de gekruisigde Jezus spotte, werd hij vervloekt en kregen zijn veren de kleuren van de rouw.[1]
Eksters werden van oudsher al beschouwd als ongeluksvogels, verkondigers van dood en rampzaligheid. Nog zijn er woorden en uitdrukkingen in gebruik die getuigen van dit volksgeloof, zoals 'eksteroog'.
Volgens het volksgeloof kunnen eksters het lot voorspellen. Zo zouden ze een naderende oorlog voorspellen wanneer ze zich in grote aantallen verzamelen en luidruchtiger dan gewoonlijk zijn. Ook het weer zou slechter worden wanneer een ekster luidruchtiger is dan anders.
Onder zijn tong zou de ekster een druppel duivelsbloed dragen.[1] Eén ekster brengt onheil, twee daarentegen geluk.[1]
[bewerk] Trivia
- In het verhaal "A basket of flowers" van Lilian Gask (1910) steelt een ekster een gouden ring, waardoor een onschuldig dienstmeisje valselijk wordt beschuldigd en jaren in de gevangenis moet doorbrengen.
- In de opera La gazza ladra (de diefachtige ekster) (1817) van Rossini steelt een ekster een zilveren lepel en wordt een onschuldig dienstmeisje hiervoor ter dood veroordeeld. Dit thema wordt hergebruikt in het Kuifje-album De juwelen van Bianca Castafiore.
- Het woord ekster is afkomstig van een oud woord ak of ago, dat scherp betekende, en ook voorkomt in bv. aigu (Frans) en acid (Engels); dat blijkt uit andere namen voor de ekster, bijvoorbeeld akke gat en agatja, waarvan ook de Italiaanse naam is afgeleid. Het -ster is gewoon een achtervoegsel waarmee zelfstandige naamwoorden werden gemaakt; de naam zou dus betekend hebben de spitse, wat op de lange staart kan slaan.[2]
[bewerk] Externe links
- SoortenBank.nl beschrijving, afbeeldingen en geluid
- SOVON - Verspreiding en aantalsontwikkeling van de Ekster in Nederland
[bewerk] Literatuurverwijzingen
- ^ a b c Lorie, P. (1992). Volksgeloof. Rijswijk: Uitgeverij Elmar B.V. ISBN 9038900724
- ^ J. de Vries en F. de Tollenaere: Nederlands Etymologisch woordenboek
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Pica pica op Wikimedia Commons.
|