Bladgoud
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bladgoud is goud dat tot een dikte van 0,0001 mm is geplet waarbij het hameren grotendeels nog steeds handmatig gebeurt.
[bewerk] Methode
Bladgoud bestaat meestal uit een legering met een of meer andere metalen zoals titanium, zilver en koper. Deze legering kan worden gebruikt om bijvoorbeeld stenen beelden een gouden 'uiterlijk' te geven. Veel oude beschavingen zoals de Vikingen maakten al veel gebruik van deze techniek. Zo waren hun schepen vaak met bladgoud bedekt - een dure techniek - er zijn dan ook veel oude voorwerpen van hun gouden jasje ontdaan door rovers die het goud goed konden gebruiken. Tegenwoordig mag de techniek zich weer om een groeiende populariteit verheugen.
Om het bladgoud goed te hanteren (zorgen dat het niet scheurt), is een zeer verfijnde techniek vereist met behulp van een zogenaamd goudkussen (liefst met kap), een goudmes, een goudaanlegger (om het goud mee op te pakken) en een goudstoffer om het goud goed aan te drukken en overtollig goud te verwijderen. 1 kilogram goud kan zo dun worden gewalst dat het een oppervlakte krijgt van twee tennisvelden (500 m2).