Badencultuur
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Badencultuur, ca. 3300 v.Chr.– ca. 2800 v.Chr., was een cultuur in Midden-Europa, tijdens de overgang van de kopertijd naar de bronstijd. Resten ervan zijn aangetroffen in Moravië, Hongarije, Slowakije en het oosten van Oostenrijk. Aardewerk van deze cultuur is ook in Duitsland en Zwitserland (Arbon-Bleiche III) gevonden.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis van het onderzoek
De Badencultuur is door de Oostenrijkse prehistoricus Oswald Menghin genoemd naar de vindplaats Baden, dicht bij Wenen. Andere namen zijn Ossarngroep en Pecelcultuur. De eerste monografie over de cultuur is geschreven door J. Banner en verscheen in 1956. Andere belangrijke geleerden die erover hebben gepubliceerd zijn E. Neustupny, Ida Bognar-Kutzian en Vera Nemejcova-Pavukova. Baden is geïnterpreteerd als een onderdeel van een veel groter archeologisch complex waar ook culturen ten noorden van de Donau bij hoorden (Ezero-Cernavoda III) en de Troad.
[bewerk] Chronologie
Baden heeft zich ontwikkeld uit de late Lengyelcultuur in het westen van het Karpatenbekken. Němejcová-Pavuková stelt een afstamming van verschillende culturen voor, waaronder de Bulgaarse Ezerocultuur uit de vroege bronstijd (Ezero, laag XIII-VII) en Cernavoda III/Cotofeni. Ecsedy plaatst Baden naast EH II in Thessalië, Parzinger naast Sitagroi IV. De Badencultuur was ongeveer contemporain met de late trechterbekercultuur, de Globular Amphora-cultuur en de vroege touwbekercultuur. De volgende plaatsen zijn bekend: Balaton-Lasinya, Baden-Boleráz, Post-Boleraz (verdeeld in vroeg, Fonyod/Tekovsky Hradok en laat, Červený Hradok/Szeghalom-Dioér door Vera Němejcová-Pavuková) en het klassieke Baden.
[bewerk] Nederzettingen
De nederzettingen lagen vaak op de top van een heuvel en waren doorgaans niet versterkt.
[bewerk] Graven
Zowel begrafenissen als crematies zijn bekend. In Slowakije en Hongarije werden de verbrande resten vaak in antropomorfe urnen gedaan (Slána, Ózd-Center). In Nitriansky Hradok werd een massagraf aangetroffen. Ook vee werd wel begraven. Tot nog toe is de enige bekende begraafplaats uit de vroege Bolerázfase die van Pilismárot (Hongarije). Daar zijn ook een paar voorbeelden gevonden van aardewerk met streekversieringen.
[bewerk] Economie
De economy was gemengd. Naast landbouw bedreef men veeteelt, men hield onder andere varkens en geiten. Hier zijn ook de oudste bewijzen voor voertuigen met wielen in Europa gevonden (de zg. wagenmodellen in aardewerk, echte wagens zijn niet gevonden).
[bewerk] Techniek en cultuur
Het aardewerk van de Badencultuur werd versierd met doorlopende ribbels van verschillende dikte. Koper was bekend maar werd alleen toegepast voor de vervaardiging van sieraden.
[bewerk] Interpretatie
In het kader van de Koerganhypothese van Marija Gimbutas is de Badencultuur Indo-Europees. Voorstanders van de oudere opvatting dat het thuisland van de Indo-Europese volken in Midden-Europa lag, beschouwen deze cultuur ook als Indo-Europees. De etnische en linguïstische identiteit van de mensen van deze cultuur zijn onmogelijk vast te stellen. Toch is het een verleidelijke gedachte de oorsprong van de Italische en Keltische volkeren hier, in de Hongaarse vlakten, te zien.
[bewerk] Bronnen
- J. Banner, Die Peceler Kultur. Arch. Hungarica 35, 1956.
- Vera Němejcová-Pavuková 1984. K problematike trvania a konca boleazkej skupiny na Slovensku. Slovenska Arch. 34, 1986, 133-176.
- J. P. Mallory, "Baden Culture", Encyclopedia of Indo-European Culture, Fitzroy Dearborn, 1997.